NJ 1936/813
„Verbeurdverklaring" i. c te verstaan in den zin van afgifte der goederen aan een derde (art. 353, lid 2 Sv.). Niet voldoende grond voor voortduring der inbeslagneming. „Belang der strafvordering" (art. 103 Sv.).
HR 06-04-1936, ECLI:NL:HR:1936:286, m.nt. Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 april 1936
- Magistraten
Mrs. Visser, Taverne, Kirberger, Fick en Donner
- Zaaknummer
[06041936/NJ_1936-813]
- Conclusie
Mr. Besier
- Noot
Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- JCDI
JCDI:ADS129813:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1936:286, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑04‑1936
- Wetingang
Essentie
„Verbeurdverklaring" i. c te verstaan in den zin van afgifte der goederen aan een derde (art. 353, lid 2 Sv.). Niet voldoende grond voor voortduring der inbeslagneming. „Belang der strafvordering" (art. 103 Sv.).
Samenvatting
De beschikking van de Rechtb., waarbij req.’s verzoek om een partij gloeilampen, door de politie in beslag genomen, geheel of gedeeltelijk te zijnen behoeve vrij te geven, werd afgewezen, moet aldus worden begrepen, dat de Rechtb. onder „verbeurdverklaring" niet verstaat den maatregel, in art. 33 Sr. genoemd, maar aldus meent te moeten noemen de in art. 353, lid 2 Sv. bedoelde afgifte van overtuigingsstukken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.