Einde inhoudsopgave
Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen
Artikel 10 (aangewezen vitale aanbieder)
Geldend
Geldend vanaf 09-11-2018
- Bronpublicatie:
17-10-2018, Stb. 2018, 387 (uitgifte: 08-11-2018, kamerstukken: 34883)
- Inwerkingtreding
09-11-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-10-2018, Stb. 2018, 38 (uitgifte: 08-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Energierecht / Algemeen
Informatierecht / ICT
Openbare orde en veiligheid / Algemeen
1.
De vitale aanbieder, aangewezen op grond van artikel 5, eerste lid, onder a of b, meldt onverwijld bij Onze Minister:
- a.
een incident met aanzienlijke gevolgen voor de continuïteit van de door hem verleende dienst;
- b.
een inbreuk op de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen die aanzienlijke gevolgen kan hebben voor de continuïteit van de door hem verleende dienst.
2.
De aanbieder van een essentiële dienst meldt een incident als bedoeld in het eerste lid, onder a, ook onverwijld bij de bevoegde autoriteit.
3.
Onverminderd artikel 13 meldt de aanbieder van een essentiële dienst een incident bij een digitaledienstverlener onverwijld bij Onze Minister en bij de bevoegde autoriteit, als dat incident aanzienlijke gevolgen heeft voor de continuïteit van zijn essentiële dienst.
4.
Om te bepalen of een incident aanzienlijke gevolgen heeft voor de continuïteit van de essentiële dienst, worden in elk geval in aanmerking genomen:
- a.
het aantal gebruikers dat door de verstoring van de dienst wordt getroffen;
- b.
de duur van het incident;
- c.
de omvang van het geografische gebied dat door het incident is getroffen.
5.
In afwijking van artikel 1 wordt in het derde lid onder digitaledienstverlener tevens de digitaledienstverlener verstaan die niet valt onder de jurisdictie van Nederland.