NJB 2015/99:Schuldsanering. In 2008 veroordeelt de rechtbank X tot betaling aan A. X voldoet hieraan. In 2009 komt X in de schuldsaneringsregeling. Op 10 juli 2012 vernietigt het hof het rechtbankvonnis en veroordeelt het A tot terugbetaling. Op 21 november 2012 wordt in de schuldsaneringsregeling de slotuitdelingslijst verbindend, zonder dat daarop de bate uit hoofde van de terugbetalingsverplichting van A staat vermeld. De bewindvoerder verzoekt de rechtbank te bevelen dat die bate alsnog als nagekomen bate wordt verdeeld tussen de schuldeisers van X. HR: 1. Onverschuldigde betaling. Door het arrest van 10 juli 2012 is met terugwerkende kracht de rechtsgrond ontvallen aan de betalingen van X. De verbintenis uit onverschuldigde betaling is ontstaan op het moment waarop X de betalingen heeft verricht. 2. Nagekomen bate. Art. 194 Fw heeft niet slechts betrekking op baten die ten tijde van de vereffening onbekend waren, maar ook op bekende baten die de curator respectievelijk de bewindvoerder in de omstandigheden van het geval op redelijke gronden niet heeft gerealiseerd en daarom niet in de slotuitdeling heeft betrokken. Het oordeel van het hof dat de bewindvoerder op redelijke gronden heeft kunnen besluiten de onderhavige bate niet in de slotuitdeling te betrekken, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onvoldoende gemotiveerd