Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 20-10-1969
- Bronpublicatie:
08-05-1968, Trb. 1968, 76 (uitgifte: 30-05-1968, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-10-1969
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-11-1969, Trb. 1969, 220 (uitgifte: 01-01-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Vermogen, voor zover bestaande uit onroerende goederen zoals omschreven in artikel 6, tweede lid, mag worden belast in de Staat waarin deze goederen zijn gelegen.
2.
Vermogen, voor zover bestaande uit roerende zaken die deel uitmaken van het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting van een onderneming, of uit roerende zaken die behoren tot een vast middelpunt gebezigd voor de uitoefening van een vrij beroep, mag worden belast in de Staat waarin de vaste inrichting of het vaste middelpunt is gelegen.
3.
Schepen en luchtvaartuigen die in internationaal verkeer worden geëxploiteerd, en schepen die dienen voor het vervoer in de binnenwateren, zomede roerende zaken die worden gebruikt bij de exploitatie van deze schepen en luchtvaartuigen, mogen worden belast in de Staat waarin de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen, zulks met inachtneming van de bepalingen van artikel 8, derde lid.
4.
Alle andere bestanddelen van het vermogen van een inwoner van een van de Staten zijn slechts in die Staat belastbaar.