Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
Artikel 306 Subcomité geografische aanduidingen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 207 (uitgifte: 26-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Trb. 2016, 89 (uitgifte: 28-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
1.
Hierbij wordt het subcomité geografische aanduidingen opgericht.
2.
Het subcomité geografische aanduidingen bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen, en heeft tot taak toezicht te houden op de ontwikkeling van deze onderafdeling en de samenwerking tussen de partijen en de dialoog over geografische aanduidingen te intensiveren. Het brengt verslag uit aan het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, zoals bedoeld in artikel 438, lid 4, van deze overeenkomst.
3.
Het subcomité geografische aanduidingen besluit bij consensus. Het stelt zijn reglement van orde vast. Het komt ten minste eenmaal per jaar bijeen op verzoek van een van de partijen, afwisselend in de EU en in de Republiek Moldavië, op een tijdstip, plaats en wijze, waaronder eventueel per videovergadering, die onderling door de partijen worden bepaald, doch uiterlijk binnen 90 dagen nadat het verzoek is gedaan.
4.
Het subcomité geografische aanduidingen ziet er ook op toe dat deze onderafdeling goed functioneert, en kan aandacht besteden aan elke aangelegenheid met betrekking tot de uitvoering en het functioneren ervan. In het bijzonder is het verantwoordelijk voor:
- a)
wijziging van deel A en deel B van bijlage XXX-A bij deze overeenkomst, wat de verwijzingen naar de in de partijen toepasselijke wetgeving betreft;
- b)
wijziging van de bijlagen XXX-C en XXX-D bij deze overeenkomst, wat geografische aanduidingen betreft;
- c)
de uitwisseling van informatie over ontwikkelingen op wetgevings- en beleidsgebied inzake geografische aanduidingen alsmede over alle andere aangelegenheden van wederzijds belang op het gebied van geografische aanduidingen;
- d)
de uitwisseling van informatie over geografische aanduidingen met het oog op de bescherming ervan overeenkomstig deze onderafdeling; en
- e)
toezicht op de laatste ontwikkelingen op het gebied van handhaving van de bescherming van de in de bijlagen XXX-C en XXX-D bij deze overeenkomst opgenomen geografische aanduidingen.