Einde inhoudsopgave
Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013
3.5 Beschikking ‘ernst en spoed’
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
27-06-2013, Stcrt. 2013, 16675 (uitgifte: 27-06-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2013, Stcrt. 2013, 16675 (uitgifte: 27-06-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bodem
In de beschikking ‘ernst en spoed’ kunnen de onderstaande zaken worden opgenomen indien sprake is van onaanvaardbare risico's bij het huidige dan wel voorgenomen gebruik:
- •
de mate van verontreiniging en omvang (van het onderzochte deel) van het geval van ernstige verontreiniging;
- •
de beperkingenregistratie die betrekking heeft op de interventiewaarde-contour in de grond;
- •
welke onaanvaardbare risico's aanwezig zijn bij het huidige gebruik of voorgenomen gebruik:
- •
welk deel van de verontreiniging de onaanvaardbare risico's veroorzaakt;
- •
wanneer de sanering(sfasen) moet(en) starten;
- •
wanneer (het) saneringsplan(nen) moet(en) worden ingediend;
- •
welke tijdelijke beveiligingsmaatregelen moeten worden getroffen en wanneer verslag moet worden gedaan van de uitvoering van die maatregelen;
- •
welke beheermaatregelen in het belang van de bescherming van de bodem genomen moeten worden voor het deel van het geval van ernstige verontreiniging waarvoor is vastgesteld dat er geen sprake is van onaanvaardbare risico's en wanneer verslag moet worden gedaan van de uitvoering van die maatregelen. Hieronder worden onder andere verstaan:
- ○
monitoringmaatregelen met daaraan gekoppelde rapportageverplichtingen;
- ○
maatregelen ter voorkoming van verspreiding;
- ○
gebruiksbeperkingen;
- •
welke relevante wijzigingen in gebruik moeten worden gemeld aan het bevoegd gezag Wbb.
In de beschikking ‘ernst en spoed’ kan het volgende worden opgenomen indien er geen sprake is van onaanvaardbare risico's bij het huidige dan wel voorgenomen gebruik:
- •
de mate van verontreiniging en omvang (van het onderzochte deel) van het geval van ernstige verontreiniging;
- •
de vaststelling dat er bij het huidige of voorgenomen gebruik geen sprake is van onaanvaardbare risico's;
- •
de beperkingenregistratie die betrekking heeft op de interventiewaarde-contour in de grond;
- •
welke beheermaatregelen in het belang van de bescherming van de bodem genomen moeten worden en wanneer verslag moet worden gedaan van de uitvoering van die maatregelen. Hieronder worden onder andere verstaan:
- ○
monitoringmaatregelen gericht op verspreidingsrisico's in relatie tot te beschermen kwetsbare objecten;
- ○
gebruiksbeperkingen;
- •
welke relevante wijzigingen in gebruik moeten worden gemeld aan het bevoegd gezag Wbb.
Voor de beschikking ‘ernst en spoed’ geldt dat geen sprake kan zijn van een ‘pro forma spoed’ beschikking. Voor elk geval van ernstige verontreiniging dient altijd een standaard risicobeoordeling te worden uitgevoerd op basis waarvan kan worden bepaald of de sanering al dan niet met spoed dient te worden uitgevoerd.