HR, 18-12-2018, nr. 18/00564
ECLI:NL:HR:2018:2330
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18-12-2018
- Zaaknummer
18/00564
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2018:2330, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑2018; (Cassatie, Artikel 80a RO-zaken)
In cassatie op: ECLI:NL:GHSHE:2018:208, Niet ontvankelijk
- Vindplaatsen
Uitspraak 18‑12‑2018
Inhoudsindicatie
Twee woningovervallen in Breda en medeplegen poging gekwalificeerde doodslag door een bij één van die overvallen ter plaatse gekomen motoragent in de borst te steken. HR: art. 80a RO, zonder schriftelijk standpunt AG. Samenhang met 18/00395 en 18/00541.
Partij(en)
18 december 2018
Strafkamer
nr. S 18/00564
DAZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 22 januari 2018, nummer 20/001314-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] (Colombia) op [geboortedatum] 1990.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft E.A. Blok, advocaat te Rotterdam, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 december 2018.