BR 2017/103
De Afdeling ziet in het betoog van appellant geen grond voor het oordeel dat artikel 22 van de Richtlijn 2008/50/EG in de weg staat aan verlenging van het NSL op grond van artikel 5.12, tiende lid, aanhef en onder b, Wm en evenmin dat de minister in zoverre in strijd heeft gehandeld met artikel 5.12, eerste lid, Wm waarin staat dat het programma betrekking heeft op een periode van vijf jaar. Niet valt in te zien waarom onder het wijzigen van de periode als bedoeld in artikel 5.12, tiende lid, aanhef en onder b, Wm het verlengen van de periode niet kan worden begrepen.
ABRvS 02-08-2017, ECLI:NL:RVS:2017:2087, m.nt. H.J. Breeman en R.J.G. Bäcker
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
2 augustus 2017
- Magistraten
(Mrs. W.D.M. van Diepenbeek, E.A. Minderhoud en B.J. Schueler)
- Zaaknummer
201607369/1/R6
- Noot
H.J. Breeman en R.J.G. Bäcker
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927668:1
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Ruimtelijk bestuursrecht / Procedure bestemmingsplan
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2017:2087, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 02‑08‑2017
- Wetingang
(Art. 5.12 Wm)
Essentie
De Afdeling ziet in het betoog van appellant geen grond voor het oordeel dat artikel 22 van de Richtlijn 2008/50/EG in de weg staat aan verlenging van het NSL op grond van artikel 5.12, tiende lid, aanhef en onder b, Wm en evenmin dat de minister in zoverre in strijd heeft gehandeld met artikel 5.12, eerste lid, Wm waarin staat dat het programma betrekking heeft op een periode van vijf jaar. Niet valt in te zien waarom onder het wijzigen van de periode als bedoeld in artikel 5.12, tiende lid, aanhef en onder b, Wm het verlengen van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.