V-N 2018/40.18
Cassatie in belang der wet over oneigenlijk gebruik van rechtsmiddel van wraking
HR (A-G) 03-07-2018, ECLI:NL:PHR:2018:736, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
3 juli 2018
- Zaaknummer
18/02675 CW
- Conclusie
A-G Silvis
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929344:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1413, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:736, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑07‑2018
- Wetingang
art. 8:15 Awb
Essentie
Procureur-generaal Silvis wil duidelijkheid van de Hoge Raad over de vraag hoe rechters moeten omgaan met oneigenlijk gebruik van het middel van wraking. De P-G wil met name een antwoord op de vraag of, en zo ja, in hoeverre een wrakingskamer de motivering van voor de verzoeker onwelgevallige procedurele beslissingen van de rechter behoort te toetsen.
Samenvatting
X dient in een strafrechtelijke procedure een wrakingsverzoek in bij Hof ’s-Hertogenbosch. De wrakingskamer van dit hof wijst het verzoek toe. Procureur-generaal Silvis stelt cassatie in het belang der wet in tegen deze uitspraak.
De P-G wil duidelijkheid van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.