HR, 21-12-2021, nr. 20/02730
ECLI:NL:HR:2021:1929
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21-12-2021
- Zaaknummer
20/02730
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2021:1929, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑12‑2021; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2021:1221
- Vindplaatsen
Uitspraak 21‑12‑2021
Inhoudsindicatie
Rijden zonder rijbewijs, art. 107.1 WVW 1994. Geen afschrift van oproeping in hoger beroep verzonden aan raadsvrouw van verdachte, art. 48 Sv. HR: Op redenen vermeld in CAG slaagt middel. CAG: Bij de stukken bevindt zich een aanhoudingsverzoek aan strafgriffie hof, waarin raadsvrouw bericht dat zij zich heeft gesteld als raadsvrouw namens verdachte. Volgens p-v van tz. in h.b. was raadsvrouw verdachte niet aanwezig en heeft hof reeds voorafgaand aan tz. op verzoek en in overleg met verdediging beslist dat zaak wordt aangehouden tot een latere datum. Afschrift van die oproeping in h.b. is voorafgaand aan tz. aan raadsvrouw gezonden. I.v.m. toen geldende COVID-maatregelen heeft tz. geen doorgang gevonden. Bij de stukken bevindt zich oproeping in h.b. voor tz. van nog latere datum. Noch uit mededelingen gesteld op dubbel van oproeping in h.b. noch uit enig ander stuk dat aan HR is toegezonden, kan blijken dat afschrift van die oproeping aan raadsvrouw is gezonden. Volgens p-v van tz. in h.b. is daar noch verdachte noch diens raadsvrouw verschenen. Uit wat hiervoor is vermeld vloeit ernstig vermoeden voort dat t.a.v. oproeping in h.b. voorschrift van art. 48 Sv niet is nageleefd. Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/02730
Datum 21 december 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 31 augustus 2020, nummer 20-000223-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
hierna: de verdachte.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft P.H.L.M. Souren, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Den Bosch teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het cassatiemiddel
2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat in strijd met artikel 48 van het Wetboek van Strafvordering geen afschrift van de oproeping in hoger beroep voor de zitting van 31 augustus 2020 aan de raadsvrouw van de verdachte is gezonden.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.
3. Beslissing
De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug de zaak naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 december 2021.