NJB 2015/23
Een vreemdeling kan niet opkomen tegen de toepassing van een criterium ter vaststelling van de verantwoordelijke lidstaat indien de aangezochte lidstaat heeft ingestemd met een verzoek tot overname, omdat de bepalingen van hoofdstuk III van Dublinverordening 604/2013 een asielzoeker geen rechten verlenen die hij kan inroepen in een dergelijke procedure. Dit uitgangspunt lijdt slechts uitzondering indien die vreemdeling zich beroept op het bestaan van aan het systeem gerelateerde tekortkomingen van de asielprocedure en de opvangvoorzieningen in de aangezochte lidstaat die ernstige, op feiten berustende gronden vormen om aan te nemen dat hij een reëel risico zal lopen op onmenselijke of vernederende behandelingen
ABRvS 10-12-2014, ECLI:NL:RVS:2014:4617
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
10 december 2014
- Magistraten
Mr. Van der Wiel
- Zaaknummer
201408762/1/V3 en 201408762/2/V3
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:4617, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 10‑12‑2014
- Wetingang
(Verordening (EU) nr. 604/2013 (hierna: Dublinverordening III))
Essentie
Een vreemdeling kan niet opkomen tegen de toepassing van een criterium ter vaststelling van de verantwoordelijke lidstaat indien de aangezochte lidstaat heeft ingestemd met een verzoek tot overname, omdat de bepalingen van hoofdstuk III van Dublinverordening 604/2013 een asielzoeker geen rechten verlenen die hij kan inroepen in een dergelijke procedure. Dit uitgangspunt lijdt slechts uitzondering indien die vreemdeling zich beroept op het bestaan van aan het systeem gerelateerde tekortkomingen van de asielprocedure en de opvangvoorzieningen in de aangezochte lidstaat die ernstige, op feiten berustende gronden vormen om aan te nemen dat hij een reëel risico zal lopen op onmenselijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.