NJ 2008, 279
HvJ EG, 21-02-2008, nr. C-426/05
HvJ EG 21-02-2008, ECLI:EU:C:2008:103, m.nt. M.R. Mok
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
21 februari 2008
- Magistraten
C.W.A. Timmermans, L. Bay Larsen, K. Schiemann, P. Kūris, J.-C. Bonichot
- Zaaknummer
C-426/05
- Conclusie
A-G M. Poiares Maduro
- Noot
M.R. Mok
- LJN
BC9124
- JCDI
JCDI:ADS111879:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2008:103, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 21‑02‑2008
- Wetingang
Richtlijn 2002/21/EG (kaderrichtlijn) art. 4, 16
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk) bij beslissing van 22 november 2005.
Elektronische communicaties. Netwerken en diensten. Gemeenschappelijk regelgevingskader. Administratieve marktanalyseprocedure.
Samenvatting
Het begrip ‘getroffen’ gebruiker of onderneming in de zin van artikel 4, lid 1, van richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 [...] en het begrip partij ‘die gevolgen ondervindt’ in de zin van artikel 16, lid 3, van deze richtlijn moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet enkel betrekking kunnen hebben op een onderneming die aanzienlijke macht heeft (of had) op de relevante markt en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.