Einde inhoudsopgave
Gemeentewet
Artikel 81p [Instelling ombudsfunctie]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2006
- Redactionele toelichting
Hoofdstuk IVc is ingevoegd.
- Bronpublicatie:
03-02-2005, Stb. 2005, 71 (uitgifte: 22-02-2005, kamerstukken: 28747)
- Inwerkingtreding
01-01-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-02-2005, Stb. 2005, 116 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Klachtbehandeling
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
Met inachtneming van het bepaalde in dit hoofdstuk kan de raad de behandeling van verzoekschriften als bedoeld in artikel 9:18, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, opdragen aan een gemeentelijke ombudsman of ombudscommissie, dan wel een gezamenlijke ombudsman of ombudscommissie.
2.
Een ombudsman of ombudscommissie als bedoeld in het eerste lid kan slechts per 1 januari van enig jaar worden ingesteld. Indien de raad hiertoe besluit, zendt hij het besluit tot instelling aan de Nationale ombudsman voor 1 juli van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de instelling ingaat.
3.
De instelling van een ombudsman of ombudscommissie als bedoeld in het eerste lid kan slechts per 1 januari van enig jaar worden beëindigd. Indien de raad hiertoe besluit, zendt hij het besluit tot beëindiging van de instelling aan de Nationale ombudsman voor 1 juli van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de instelling eindigt.