Einde inhoudsopgave
Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet
Artikel 18 Onderbrengingsplicht werkgever
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2008
- Bronpublicatie:
15-07-2008, Stb. 2008, 314 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31226)
- Inwerkingtreding
01-08-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-2008, Stb. 2008, 315 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
De in artikel 23 van de Pensioenwet opgenomen verplichting tot het sluiten van een uitvoeringsovereenkomst geldt met ingang van een jaar na de datum van inwerkingtreding van artikel 1 van de Pensioenwet voor pensioenfondsen en met ingang van twee jaar na de datum van inwerkingtreding van artikel 1 van de Pensioenwet voor verzekeraars.
2.
In afwijking van artikel 2 blijft, tot het in het eerste lid bedoelde tijdstip, artikel 3a, eerste lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet van toepassing.
3.
De in artikel 23 opgenomen verplichting van een werkgever tot onderbrenging geldt niet ten aanzien van een pensioentoezegging als bedoeld in de Pensioen- en spaarfondsenwet, welke op grond van artikel 2, eerste lid, onderdeel c, en vierde lid, onderdeel c, van de Pensioen- en spaarfondsenwet al is ondergebracht bij een verzekeraar.
4.
Ten aanzien van de in het derde lid bedoelde pensioentoezegging is de Pensioenwet van toepassing, met uitzondering van de artikelen 23 tot en met 27 en 29, indien na de datum van inwerkingtreding van artikel 1 van de Pensioenwet nog verwerving van pensioen plaatsvindt.
5.
Ten aanzien van de in het derde lid bedoelde pensioentoezegging waarbij na de datum van inwerkingtreding van de Pensioenwet geen verwerving van pensioen meer plaatsvindt, blijven, in afwijking van artikel 2, de Pensioen- en spaarfondsenwet en hoofdstuk I en III van de Regelen verzekeringsovereenkomsten Pensioen- en spaarfondsenwet van toepassing.