Einde inhoudsopgave
Wet op het primair onderwijs
Artikel 56 Bestuursoverdracht
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
27-09-2019, Stb. 2019, 395 (uitgifte: 07-11-2019, kamerstukken: 35089)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2019, Stb. 2019, 434 (uitgifte: 28-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
1.
De rechtspersoon die de school in stand houdt, kan de instandhouding van de school overdragen aan een andere rechtspersoon die voldoet aan artikel 55. De overdracht geschiedt bij notariële akte.
2.
Bij deze akte verbindt de overdragende rechtspersoon zich tevens de rechten ten aanzien van gebouwen en terreinen alsmede de roerende zaken over te dragen. Deze akte geldt tevens als akte van levering bedoeld in artikel 89 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
3.
In de akte wordt bepaald dat de rechtspersoon aan wie wordt overgedragen, het personeel in gelijke betrekkingen en onder dezelfde voorwaarden als vermeld in de arbeidsovereenkomst, benoemt met ingang van de datum van overdracht.
4.
Door overdracht met inachtneming van de voorgaande leden, treedt de verkrijgende rechtspersoon in alle uit de wet voortvloeiende rechten en verplichtingen van zijn rechtsvoorganger met betrekking tot de school, onverminderd hetgeen verder voor de overgang daarvan naar burgerlijk recht is vereist.
5.
Bij een splitsing als bedoeld in artikel 334a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van een rechtspersoon die een school in stand houdt, wordt in de splitsingsakte bepaald dat de voortbestaande splitsende rechtspersoon de school in stand zal houden of op welke verkrijgende rechtspersoon de instandhouding van de school overgaat. In het laatste geval zijn het tweede tot en met vierde lid van overeenkomstige toepassing.