Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève voor de verbetering van het lot der gewonden, zieken en schipbreukelingen van de strijdkrachten ter zee, van 12 Augustus 1949
Artikel 62
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 73 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 73 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Ieder der Hoge Verdragsluitende Partijen heeft de bevoegdheid dit Verdrag op te zeggen.
2.
Opzegging zal schriftelijk ter kennis worden gebracht van de Zwitserse Bondsraad. Deze zal daarvan mededeling doen aan de Regeringen van alle Hoge Verdragsluitende Partijen.
3.
De opzegging wordt van kracht één jaar nadat daarvan kennis is gegeven aan de Zwitserse Bondsraad. Echter zal een opzegging waarvan kennis is gegeven terwijl de opzeggende Mogendheid in een conflict is betrokken, in geen enkel opzicht gevolg hebben, zolang de vrede niet is gesloten en in ieder geval niet zolang de werkzaamheden voor de invrijheidstelling en repatriëring van de door dit Verdrag beschermde personen niet zijn beëindigd.
4.
De opzegging zal slechts gelden ten aanzien van de opzeggende Mogendheid. Zij zal geen enkele invloed hebben op de verplichtingen welke de Partijen bij het conflict gehouden zijn te blijven vervullen krachtens de beginselen van het volkenrecht, zoals deze voortvloeien uit de tussen beschaafde volken gevestigde gebruiken, de wetten der menselijkheid en de eisen van het openbaar rechtsbewustzijn.