V-N 2022/17.14
Beroep in cassatie tegen tussenuitspraak geheimhoudingskamer volgens A-G niet-ontvankelijk
HR (A-G) 16-03-2022, ECLI:NL:PHR:2022:245, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
16 maart 2022
- Zaaknummer
21/02075
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS643255:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Woon- en vestigingsplaats
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:639, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:245, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑05‑2021
- Wetingang
Essentie
Advocaat-Generaal IJzerman concludeert dat er geen ruimte is voor doorbreking van het wettelijke stelsel voor het kunnen instellen van beroep in cassatie. De A-G wijst daarbij op de civiele en fiscale jurisprudentie en de wetsgeschiedenis.
Samenvatting
Naar aanleiding van een tip dat X helemaal niet naar Zwitserland is geëmigreerd, legt de inspecteur een navorderingsaanslag IB/PVV 2011 op aan X. Hangende de beroepsprocedure legt de inspecteur stukken over en doet daarbij een beroep op (gedeeltelijke) geheimhouding. De geheimhoudingskamer van Rechtbank Gelderland oordeelt dat de beperking van de kennisneming van de stukken en daarmee de geheimhouding van de identiteit van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.