Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1156 betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging en houdende wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 345/2013, (EU) nr. 346/2013 en (EU) nr. 1286/2014
Artikel 9 Gemeenschappelijke beginselen betreffende vergoedingen of kosten
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2019
- Bronpublicatie:
20-06-2019, PbEU 2019, L 188 (uitgifte: 12-07-2019, regelingnummer: 2019/1156)
- Inwerkingtreding
01-08-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2019, PbEU 2019, L 188 (uitgifte: 12-07-2019, regelingnummer: 2019/1156)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Indien de bevoegde autoriteiten vergoedingen of kosten innen voor de uitvoering van hun taken in verband met de grensoverschrijdende activiteiten van abi-beheerders, EuVECA-beheerders, EuSEF-beheerders en icbe-beheermaatschappijen, komen die vergoedingen of kosten overeen met de totale kosten die verband houden met de uitoefening van de taken door de bevoegde autoriteit.
2.
Voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde vergoedingen of kosten zenden de bevoegde autoriteiten een factuur, een individueel verzoek tot betaling of een betalingsopdracht, waarin duidelijk de te gebruiken betaalmiddelen en de datum waarop de betaling moet plaatsvinden staan vermeld, naar het adres als vermeld in artikel 93, lid 1, derde alinea, van Richtlijn 2009/65/EG of bijlage IV, punt i), bij Richtlijn 2011/61/EU.