NJ 1918, p. 336
HR, 08-02-1918
HR 08-02-1918, ECLI:NL:HR:1918:158
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 februari 1918
- Magistraten
Voorzitter .-Jhr. Mr. W. H. de Savornin Lohman., Raden: Mrs. A. Fentener van Vlissingen H. Hesse, H. M. A. Savelberg en Jhr. Rh. Feith.
- Zaaknummer
[08021918/NJ_1918,_p._336]
- Conclusie
Mr. Noyon
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS119208:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1918:158, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑02‑1918
- Wetingang
(BW art. 1303; Fw art. 157.)
Samenvatting
Vordering tot ontbinding eener overeenkomst met schadevergoeding ingesteld nadat het faillissement, van den schuldenaar met accoord is geëindigd, zulks ter zake van een levering van een machine vóór het faillissement.
Het voorwaardelijke recht op de thans gevorderde schadevergoeding bestond reeds van het ontstaan der overeenkomst af; eischeres had daarvoor in het faillissement kunnen opkomen en het accoord van 20 % is op die vordering van toepassing, tenzij de schuld bevoorrecht mocht zijn.
Van het voorrecht van art. 1190 j°. 1185, 3° B. W. kan echter geen sprake zijn, nu eischeres niet de nog onbetaalde koopprijs heeft gevorderd, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.