Besluit vragen en antwoorden toepassing 30%-regeling (extraterritoriale werknemers)
1 Inleiding
Geldend
Geldend vanaf 12-09-2013
- Bronpublicatie:
23-08-2013, Stcrt. 2013, 25663 (uitgifte: 11-09-2013, regelingnummer: DGB 2013/70M)
- Inwerkingtreding
12-09-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-08-2013, Stcrt. 2013, 25663 (uitgifte: 11-09-2013, regelingnummer: DGB 2013/70M)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Kostenvergoeding
Met ingang van 1 januari 2012 is de 30%-regeling op verschillende onderdelen aangepast. De aanpassingen zijn opgenomen in hoofdstuk 4A van het UBLB. Voor werkgevers die voor het regime van de vrije vergoedingen en verstrekkingen hebben gekozen, geldt hoofdstuk 3 UBLB (zoals dat luidde op 31 december 2010). In het besluit van 20 december 2012 tot wijziging van enige fiscale uitvoeringsbesluiten, Stb. 2012, 694, zijn opnieuw enkele aanpassingen opgenomen in de 30%-regeling. Dit betreft zowel de huidige 30%-regeling als de 30%-regeling bij een keuze voor de regeling voor vrije vergoedingen en verstrekkingen. Deze aanpassingen werken terug tot en met 1 januari 2012.
In dit beleidsbesluit zijn vragen en antwoorden opgenomen over de toepassing van de 30%-regeling. Het besluit van 21 oktober 2005, nr. CPP2005/2378M is daarbij geactualiseerd. Tenzij anders vermeld, zijn de hierna ingenomen standpunten overeenkomstig van toepassing bij een keuze voor de regeling voor vrije vergoedingen en verstrekkingen.
Belangrijke wijzigingen in dit besluit
Van het besluit van 21 oktober 2005 zijn de vragen 8 (vrije vergoeding) en 21 (naheffingsaanslag) vervallen vanwege onvoldoende belang. Vraag 22 (eindheffingsbestanddelen) is vervallen vanwege aanpassing in artikel 10ea, eerste lid, onderdeel a, onder a, van het UBLB. Vraag 24 (nabetaalde inkomsten) is inhoudelijk gewijzigd (nu vraag 22), vanwege de aanpassingen in artikel 10ea, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, en in artikel 10ec, eerste lid, van het UBLB. Vraag 26 (dubbele huisvestingskosten) is vervallen, omdat hierover duidelijkheid is gekomen door een arrest van de Hoge Raad. Vraag 29 (relevante ervaring) en vragen 34 en 35 (kortingsregeling) zijn vervallen, vanwege onvoldoende belang. Vraag 39 (verschuiving inhoudingsplichtige) is vervallen, omdat de goedkeuring is opgenomen in artikel 6, zesde lid, van de Wet LB. Vragen 41 en 42 (overgangsregeling) hebben hun belang verloren. Nieuw in dit besluit zijn de vragen 11, 26 tot en met 31, 35, en 41 tot en met 46.
Onbenoemd 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen