Einde inhoudsopgave
Besluit politieke delinquenten 1945
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Aanpassingswet modernisering rechterlijke organisatie (06-12-2001, Stb. 584). De wijziging betreffende 'binnen welks kanton' kan niet worden doorgevoerd.
- Bronpublicatie:
10-12-2001, Stb. 2001, 614 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het verzet geschiedt door het afleggen van een verklaring ten parkette van den procureur-fiscaal, door of vanwege wien de beslissing is genomen, of ter griffie van de rechtbank, van het arrondissement waarin de buitenvervolging gestelde zijn woon- of verblijfplaats heeft.
2.
De verklaring wordt afgelegd door den buiten vervolging gestelde, zijn raadsman, indien deze verklaart bepaaldelijk daartoe te zijn gevolmachtigd, of wel door een daartoe bij bijzondere volmacht schriftelijk gemachtigde. Wordt de verklaring afgelegd ter griffie van een rechtbank, dan stelt de griffier terstond bij aangeteekenden brief den procureur-fiscaal, bedoeld in het voorgaande lid, hiervan in kennis onder mededeeling, zoo noodig, dat de verklaring is afgelegd door den raadsman, of, indien de verklaring is afgelegd door een schriftelijk gemachtigde, met medezending van de volmacht.
3.
Van het afleggen van de verklaring doet de procureur-fiscaal zoo spoedig mogelijk aanteekening in een daartoe bestemd, ten parkette berustend register.
4.
Een op ambtseed opgemaakt afschrift van de in het voorgaande lid bedoelde aanteekening voegt de procureur-fiscaal bij de processtukken.