FED 2019/55
Verhuurderheffing schendt verdragsrechtelijke discriminatieverboden van discriminatie, het is aan de wetgever de discriminatie op te heffen en in dit geval blijft de heffing buiten toepassing
HR 08-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:846, m.nt. M.C. Cornelisse
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juni 2018
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Van Loon, Wortel, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
16/04098
- Noot
M.C. Cornelisse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS45091:1
- Vakgebied(en)
Verhuurderheffing (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:846, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1374, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑12‑2016
- Wetingang
Essentie
Verhuurderheffing schendt verdragsrechtelijke discriminatieverboden van discriminatie, het is aan de wetgever de discriminatie op te heffen en in dit geval blijft de heffing buiten toepassing
Samenvatting
In 2013 is de belanghebbende samen met twee broers eigenaar van dertien huurwoningen die zijn onderworpen aan de verhuurderheffing. Bij medegerechtigdheid ter zake van dezelfde huurwoning wordt de huurwoning in aanmerking genomen bij degene die de WOZ-beschikking ontvangt. In geschil is of de belanghebbende verhuurderheffing is verschuldigd. De Hoge Raad oordeelt dat (i) de verhuurderheffing rechtens en feitelijk vergelijkbare gevallen van medegerechtigdheid verschillend behandelt, (ii) voor dit verschil in behandeling geen toereikende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.