Einde inhoudsopgave
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie voorjaar 2018
Artikel 28
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
05-12-2017, Stcrt. 2017, 69690 (uitgifte: 11-12-2017, regelingnummer: WJZ/17183841)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2017, Stcrt. 2017, 69690 (uitgifte: 11-12-2017, regelingnummer: WJZ/17183841)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Energierecht / Energieopwekking
1.
De Minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een producent van hernieuwbare warmte of hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte geproduceerd door een productie-installatie voor de productie van hernieuwbare warmte of hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte uit biogas dat vrijkomt ten gevolge van een biologische afbraakreactie van gisting van zuiveringsslib waarbij er verbeteringen zijn uitgevoerd in het productieproces waarna er per ton slib sprake is van ten minste 25% meer biogasproductie ten opzichte van voor de verbetering:
- a.
waarmee hernieuwbare warmte wordt geproduceerd, waarbij ten minste de installatie-onderdelen die verantwoordelijk zijn voor de meerproductie nieuw zijn, of
- b.
waarmee hernieuwbare warmte en hernieuwbare elektriciteit wordt geproduceerd, waarbij ten minste de installatie-onderdelen die verantwoordelijk zijn voor de meerproductie nieuw zijn.
2.
De installatiedelen die verantwoordelijk zijn voor de meerproductie, bedoeld in het eerste lid, worden niet in gebruik genomen voor de subsidie is aangevraagd.
3.
De subsidieaanvrager maakt aannemelijk dat de voorgestelde aanpassingen een verbetering van 25% inhouden ten opzichte van de gemiddelde productie van het jaar voorafgaande aan de aanvraag, of, wanneer de producent minder dan een jaar produceert, ten opzichte van de totale gemiddelde productie tot het moment van de aanvraag.