Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 6/2002 betreffende Gemeenschapsmodellen
Artikel 16 Gevolgen van de rechterlijke uitspraak inzake de aanspraak op het ingeschreven Gemeenschapsmodel
Geldend
Geldend vanaf 06-03-2002
- Bronpublicatie:
12-12-2001, PbEG 2002, L 3 (uitgifte: 05-01-2002, regelingnummer: 6/2002)
- Inwerkingtreding
06-03-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2001, PbEG 2002, L 3 (uitgifte: 05-01-2002, regelingnummer: 6/2002)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
1.
Wanneer ingevolge een rechtsvordering op grond van artikel 15, lid 1, er zich een volledige verandering in het houderschap van een ingeschreven Gemeenschapsmodel voltrekt, vervallen licenties en andere rechten op het tijdstip waarop de rechthebbende in het register wordt ingeschreven.
2.
Wanneer de houder van het ingeschreven Gemeenschapsmodel of een licentiehouder, alvorens de instelling van een rechtsvordering op grond van artikel 15, lid 1, in het register is ingeschreven, het model in de Gemeenschap heeft geëxploiteerd of daartoe serieuze en daadwerkelijke voorbereidingen heeft getroffen, mag hij met deze exploitatie voortgaan, mits hij binnen de in de uitvoeringsverordening vastgestelde termijn aan de nieuwe houder, wiens naam in het register is ingeschreven, om verlening van een niet-uitsluitende licentie verzoekt. De licentie wordt voor een redelijk tijdvak en tegen redelijke voorwaarden verleend.
3.
Lid 2 is niet van toepassing, indien de houder van het ingeschreven Gemeenschapsmodel of de licentiehouder te kwader trouw handelde op het tijdstip waarop hij met het exploiteren van het model of het treffen van de voorbereidingen daartoe begon.