Besluit gezondheidszorgpsycholoog
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
13-09-2023, Stb. 2023, 299 (uitgifte: 18-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-09-2023, Stb. 2023, 299 (uitgifte: 18-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het onderwijs, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, omvat ten minste:
- a.
480 uren cursorisch onderwijs;
- b.
90 uren supervisiesessies;
- c.
240 uren praktijkopdrachten;
2.
Het cursorische onderwijs omvat ten minste:
- a.
200 uren psychodiagnostiek, bestaande uit:
- 1°
psychopathologie, met inbegrip van psychologische aspecten van somatische stoornissen;
- 2°
methodologie van het diagnostisch redeneerproces;
- 3°
diagnostische modellen;
- 4°
meettheorie, psychometrie en testconstructie;
- 5°
vaardigheid in de toepassing van de belangrijkste diagnostische methoden;
- 6°
specifieke diagnostische vaardigheden ten behoeve van verschillende leeftijdsgroepen en maatschappelijke groeperingen, waaronder cultuurgebonden problematiek;
- 7°
reflectie op de diagnostische attitude, met inbegrip van beroepsethische aspecten.
- b.
40 uren indicatiestelling, bestaande uit:
- 1°
indicaties en contra-indicaties van de onderscheiden psychologische, pedagogische en psychotherapeutische behandelingsvormen;
- 2°
organisatie van de hulpverlening en maatschappelijke voorzieningen;
- 3°
rapportage en dossiervorming.
- c.
200 uren behandelingsmethoden, bestaande uit:
- 1°
toepassing van psychologische en pedagogische technieken en psychotherapeutische deeltechnieken zowel individu- als systeemgericht;
- 2°
leer- en cognitieve theorieën, psychodynamische theorieën, experiëntiële theorieën, systeemtheorieën en groepsdynamica;
- 3°
behandelingsplanning;
- 4°
tot stand brengen en hantering van de behandelingsrelatie;
- 5°
omgaan met weerstanden;
- 6°
procesevaluatie;
- 7°
hanteren van groepsprocessen;
- 8°
effecten van farmacotherapie;
- 9°
specifieke therapeutische vaardigheden ten behoeve van verschillende leeftijdsgroepen en maatschappelijke groeperingen, waaronder cultuurgebonden problematiek;
- 10°
reflectie op de therapeutische attitude, met inbegrip van beroepsethische aspecten.
- d.
40 uren overige beroepsspecifieke vaardigheden, bestaande uit:
- 1°
methodologie van praktijkonderzoek;
- 2°
voorlichtingskunde;
- 3°
didactiek;
- 4°
werken in teamverband;
- 5°
interdisciplinaire samenwerking;
- 6°
betrekken van beschikbaar wetenschappelijk bewijs bij beslissingen en handelingen in de praktijk.