AB 2008, 7
CBb, 12-06-2007, nr. AWB05/938
CBb 12-06-2007, ECLI:NL:CBB:2007:BA7438, m.nt. O.J.D.M.L. Jansen
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
12 juni 2007
- Magistraten
Mrs. M.A. van der Ham, B. Verwayen, M. van Duuren
- Zaaknummer
AWB05/938
- Noot
O.J.D.M.L. Jansen
- LJN
BA7438
- JCDI
JCDI:ADS859747:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Internationaal publiekrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2007:BA7438, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 12‑06‑2007
- Wetingang
Essentie
Uitgangspunt overgangsrecht gelet op ex tunc-toetsing bestuursrechter; meest gunstige bepaling; zwijgrecht; uitsluiting onrechtmatig verkregen bewijs; motiveringsbeginsel; bedrijfsmatig; in de uitoefening van beroep op bedrijf.
Samenvatting
De voor de overtreder meest gunstige bepaling moet worden toegepast. Derhalve moet worden beoordeeld of de thans in de Wft opgenomen verbodsbepaling om in de uitoefening van een beroep of bedrijf als tussenpersoon werkzaamheden te verrichten ten behoeve van het buiten besloten kring aantrekken of ter beschikking verkrijgen van opvorderbare gelden van anderen dan professionele marktpartijen moet worden aangemerkt als een voor appellant gunstiger bepaling dan de verbodsbepaling van artikel 82, eerste ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.