V-N 2018/58.15
Schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn berechting in bezwaarfase
HR (A-G) 20-09-2018, ECLI:NL:PHR:2018:1035, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
20 september 2018
- Zaaknummer
17/06102
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929865:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:241, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1035, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑09‑2018
- Wetingang
art. 6:11, 8:54 lid 1, art. 8:55 lid 1 en art. 8:73 Awb; art. 6 EVRM
Essentie
X bv heeft volgens de A-G recht op immateriële schadevergoeding vanwege overschrijding van de redelijke termijn van berechting in de bezwaarfase. Het feit dat het bezwaar niet-ontvankelijk is door het (verwijtbaar) te laat instellen daarvan doet hier niet aan af.
Samenvatting
X bv doet op 11 november 2013 aangifte bpm voor een uit het buitenland geïmporteerde personenauto. Zij draagt het verschuldigde belastingbedrag af maar maakt op 3 april 2014 bezwaar tegen deze afdracht. Het bezwaar wordt op 16 mei 2017 niet-ontvankelijk verklaard vanwege overschrijding van de bezwaartermijn. In beroep stelt X bv onder andere dat sprake is van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.