Einde inhoudsopgave
Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren
Artikel 33ob
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
09-12-2016, Stb. 2016, 501 (uitgifte: 16-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2016, Stb. 2016, 503 (uitgifte: 16-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Onverminderd het bepaalde in artikel 33p wordt, tenzij het dienstbelang zich daartegen verzet, door de functionele autoriteit aan de rechterlijk ambtenaar buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging verleend:
- a.
bij zijn huwelijk: twee dagen;
- b.
tot het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten in de eerste en de tweede graad: één dag;
- c.
bij het overlijden van:
- 1°
de echtgenote, echtgenoot, ouders, stiefouders, pleegouders, schoonouders, kinderen, stiefkinderen, pleegkinderen of aangehuwde kinderen: vier dagen;
- 2°
bloed- of aanverwanten in de tweede graad: twee dagen of, indien hij is belast met de regeling van de lijkbezorging of van de nalatenschap dan wel van beide, ten hoogste vier dagen;
- d.
bij bevalling van zijn echtgenote: ten hoogste twee dagen;
- e.
na de bevalling van de echtgenote of degene van wie hij het kind erkent, gedurende een tijdvak van vier weken vanaf de eerste dag dat het kind feitelijk op hetzelfde adres als de moeder woont: twee dagen.
2.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder huwelijk mede begrepen het aangaan van een geregistreerd partnerschap of het met de levenspartner met wie de niet-gehuwde rechterlijk ambtenaar samenwoont en — met het oogmerk duurzaam samen te leven — een gemeenschappelijke huishouding voert, notarieel verlijden van een samenlevingscontract bevattende de wederzijdse rechten en verplichtingen ter zake van die samenwoning en gemeenschappelijke huishouding.
3.
Buitengewoon verlof dat aan de rechterlijk ambtenaar op grond van het eerste lid wordt verleend in verband met aanverwantschap die door zijn huwelijk is ontstaan met bloedverwanten van zijn echtgenote wordt op gelijke wijze verleend aan de rechterlijk ambtenaar die samenwoont en, met het oogmerk duurzaam samen te leven, een gemeenschappelijke huishouding voert op basis van een notarieel verleden samenlevingscontract bevattende de wederzijdse rechten en verplichtingen terzake van die samenwoning en gemeenschappelijke huishouding of aan de rechterlijk ambtenaar die een geregistreerd partnerschap is aangegaan, met betrekking tot dezelfde bloedverwanten van zijn levenspartner of geregistreerd partner.