AB 2007, 187:CRvB, 02-01-2007, nr. 04/3944 WAO, nr. 04/3964 WAO, nr. 04/3965 WAO: aanmaning

AB 2007, 187

CRvB, 02-01-2007, nr. 04/3944 WAO, nr. 04/3964 WAO, nr. 04/3965 WAO: aanmaning

Documentgegevens:

CRvB 02-01-2007, ECLI:NL:CRVB:2007:AZ6140, m.nt. G.A.C.M. van Ballegooij (aanmaning)

Instantie: Centrale Raad van Beroep
Datum: 2 januari 2007
Magistraten: Mrs. C.W.J. Schoor, H.G. Rottier, C.P.M. van de Kerkhof
Zaaknummer: 04/3944 WAO
04/3964 WAO
04/3965 WAO
Noot: G.A.C.M. van Ballegooij
LJN: AZ6140
Roepnaam: aanmaning
JCDI: JCDI:ADS859617:1
Vakgebied(en): Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
Sociale zekerheid algemeen (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:CRVB:2007:AZ6140, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 02‑01‑2007
Wetingang: Awb art. 3:41, 6:8, 6:11

Essentie

Bekendmaking; termijn.

Samenvatting

De Raad is van oordeel dat, gelet op de consistente schildering, die van de zijde van appellant in verschillende fasen van de onderhavige procedure is gegeven omtrent de reden van het eerst in juni 2003 maken van bezwaar, in dit geval kan worden gesproken van een geloofwaardige ontkenning door appellant van de ontvangst van het hem toegezonden primaire besluit. De gemachtigde van het Uwv gaf ter zitting voorts aan niet met zekerheid te kunnen stellen dat het primaire besluit appellant ook daadwerkelijk heeft bereikt. Gelet op een en ander komt de Raad tot de slotsom dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.