AB 2007, 261
ABRvS, 13-06-2007, nr. 200606058/1
ABRvS 13-06-2007, ECLI:NL:RVS:2007:BA7097, m.nt. A.M.L. Jansen
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
13 juni 2007
- Magistraten
Mrs. Th.G. Drupsteen, T.M.A. Claessens, B.J. van Ettekoven
- Zaaknummer
200606058/1
- Noot
A.M.L. Jansen
- LJN
BA7097
- JCDI
JCDI:ADS859909:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Bestuursrecht algemeen (V)
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2007:BA7097, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 13‑06‑2007
- Wetingang
Awb art. 8:69 lid 2, 8:72 lid 3, 8:73; EVRM art. 6
Essentie
Overschrijding redelijke termijn; bij gebreke van een andere wettelijke voorziening dan art. 8:73 Awb, volgt gegrondverklaring en vernietiging; instandlating rechtsgevolgen.
Samenvatting
Met toepassing van artikel 8:69, tweede lid, Awb dient de klacht aldus te worden opgevat dat appellanten betogen dat de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM, is geschonden, zoals appellanten ter zitting hebben bevestigd. Ter zitting hebben appellanten verzocht om vergoeding van schade als gevolg van overschrijding van de redelijke termijn.
De vraag of de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.