HvJ EG, 11-12-2007, nr. C-161/06

Documentgegevens:

HvJ EG 11-12-2007, ECLI:EU:C:2007:773, m.nt. R. Ortlep

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
Datum: 11 december 2007
Magistraten: V. Skouris, P. Jann, C.W.A. Timmermans, A. Rosas, K. Lenaerts, A. Tizzano, R. Schintgen, R. Silva de Lapuerta, K. Schiemann, P. Lindh, J.-C. Bonichot, T. von Danwitz, A. Arabadjiev
Zaaknummer: C-161/06
Noot: R. Ortlep
LJN: BC3903
JCDI: JCDI:ADS859900:1
Vakgebied(en): EU-recht (V)
Brondocumenten: ECLI:EU:C:2007:773, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 11‑12‑2007
Wetingang: EG-verdrag art. 231, 234, 254; Verordening (EEG) nr. 1 art. 1, 4, 5, 8; Verordening (EEG) nr. 2454/93 art. 199; Akte betreffende voorwaarden voor toetreding tot Europese Unie art. 2, 58

Essentie

Bekendmaking; gevolgen ontbreken van vertaling in taal van lidstaat; temporele beperking gevolgen prejudicieel antwoord; EG-rechtelijke plicht tot aantasting ‘definitieve’ nationale beschikking respectievelijk (bestuurs)rechterlijke uitspraak.

Samenvatting

Uit artikel 2 van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden volgt dat onmiddellijk bij de toetreding de door de instellingen vóór de toetreding genomen besluiten verbindend zijn voor de nieuwe lidstaten en in deze staten toepasselijk zijn. Dergelijke besluiten kunnen evenwel slechts worden tegengeworpen aan natuurlijke en rechtspersonen in deze staten indien is voldaan aan de algemene voorwaarden voor tenuitvoerlegging van het gemeenschapsrecht in de lidstaten, zoals deze zijn vastgesteld in de oorspronkelijke Verdragen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.