NJ 2007, 476
HvJ EG, 26-06-2007, nr. C-305/05
HvJ EG 26-06-2007, ECLI:EU:C:2007:383, m.nt. M.R. Mok
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
26 juni 2007
- Magistraten
V. Skouris, P. Jann, C.W.A. Timmermans, A. Rosas, K. Lenaerts, E. Juhász, J. Klučka, J.N. Cunha Rodrigues, R. Silva de Lapuerta, K. Schiemann, A. Borg Barthet, M. Ilešic, J. Malenovský
- Zaaknummer
C-305/05
- Conclusie
A-G M. Poiares Maduro
- Noot
M.R. Mok
- LJN
BA9944
- JCDI
JCDI:ADS111611:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Internationaal publiekrecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2007:383, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 26‑06‑2007
- Wetingang
Richtllijn 91/308/EEG
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Arbitragehof (België) bij beslissing van 13 juli 2005, ingekomen bij het Hof op 29 juli 2005.
Voorkoming van gebruik van financieel stelsel voor witwassen van geld. Verplichting van advocaten om bevoegde autoriteiten in kennis te stellen van elk feit dat zou kunnen wijzen op het witwassen van geld. Recht op eerlijk proces. Beroepsgeheim en onafhankelijkheid van advocaten.
Samenvatting
De verplichtingen om de voor de bestrijding van het witwassen van geld verantwoordelijke autoriteiten te informeren en met hen samen te werken, die zijn bepaald ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.