NJ 1957/7
HR, 07-12-1956
HR 07-12-1956, ECLI:NL:HR:1956:191
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 december 1956
- Magistraten
Mrs. Donner, Smits, Boltjes, Hülsmann en Dubbink
- Zaaknummer
[07121956/NJ_1957-7]
- Conclusie
Mr. s'Jacob
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS136479:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1956:191, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑12‑1956
- Wetingang
(Rv art. 398-429.)
Samenvatting
In cassatie kan niet, ook niet langs den weg van een motiveringsklacht, aan het oordeel van den H. R. worden onderworpen de vraag of de gronden, welke de rechter voor zijn feitelijke beslissing heeft gegeven, deze beslissing rechtvaardigen.
Partij(en)
J. Th. Joosten, volgens de dagvaarding te ‘s-Gravenhage, eiseres tot cassatie van een door het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage op 17 Mei 1956 tussen pp. gewezen arrest, adv. Mr. J. A. Schuering,
tegen:
A. J. Hoornweg, te Rijswijk (Z.H.), verweerder in cassatie, adv. Mr. F. A. Roggen.
Uitspraak
[p. 21 ►]
De Hoge Raad, enz.;
O. dat uit het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.