Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht
Artikel 446a [Opsporing buiten Nederland door niet-opsporingsambtenaren]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1984
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing met aanpassing van de spelling en nummering van de leden.
- Bronpublicatie:
23-03-1984, Stb. 1984, 92 (uitgifte: 01-01-1984, kamerstukken: 17524 )
10-03-1984, Stb. 1984, 91 (uitgifte: 01-01-1984, kamerstukken: 17524 )
- Inwerkingtreding
01-05-1984
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-1984, Stb. 1984, 129 (uitgifte: 01-01-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-04-1984, Stb. 1984, 129 (uitgifte: 01-01-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft hij die,
- 1°
nadat hij een bevoegdheid als bedoeld in artikel 539b, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering heeft uitgeoefend, dan wel
- 2°
nadat hem buiten het rechtsgebied van een rechtbank een aangehouden verdachte of een in beslag genomen voorwerp is overgeleverd, dan wel
- 3°
nadat hij buiten het rechtsgebied van een rechtbank op last van het openbaar ministerie een persoon heeft aangehouden,
niet onverwijld en op de snelst mogelijke wijze aan een bevoegde officier van justitie kennis geeft van de gegevens, bedoeld in artikel 539b, tweede en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, of nalaat te trachten ten spoedigste aanwijzingen van de officier van justitie te verkrijgen als bedoeld in het derde lid van dat artikel.