RvdW 2013/1298
Ontoereikend bewijs roekeloos rijden door bestuurder motor.
HR 15-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:962
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 oktober 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, W.F. Groos, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/04375
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:962, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑11‑2012
- Wetingang
Essentie
Van roekeloosheid in de zin van art. 175 WVW 1994 – waarvan de betekenis niet noodzakelijkerwijs samenvalt met wat in het normale spraakgebruik daaronder wordt verstaan – is slechts sprake in uitzonderlijke gevallen. Uit de vastgestelde feiten en omstandigheden zal moeten kunnen worden afgeleid dat door de buitengewoon onvoorzichtige gedraging van de verdachte zeer ernstig gevaar in het leven is geroepen en dat hij zich daarvan bewust was, althans had moeten zijn. Doorgaans kan niet worden volstaan met de vaststelling dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een of meer van de in art. 175 lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.