Besluit FEZ van het Rijk
Artikel 4 Taken
Geldend
Geldend vanaf 16-02-2019. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
31-01-2019, Stb. 2019, 54 (uitgifte: 15-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-02-2019, terugwerkend tot: 01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2019, Stb. 2019, 54 (uitgifte: 15-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Staatsrecht / Bestuur
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
Onze Minister die belast is met de leiding van een ministerie draagt aan de directie FEZ met betrekking tot het ministerie de taak op tot:
- a.
het opstellen van de begroting, de wijzigingen van de begroting en de slotverschillen, bedoeld in de artikelen 2.1, tweede lid, 2.26 en 2.30 van de Comptabiliteitswet 2016;
- b.
het opstellen van het jaarverslag, bedoeld in artikel 2.31 van de Comptabiliteitswet 2016;
- c.
de deelname aan het interdepartementale overleg over financieel-economische aangelegenheden en de relevante departementale overleggen met Onze Minister die het aangaat, de secretaris-generaal en directeuren-generaal van het betreffende ministerie;
- d.
het houden van toezicht op:
- 1°
de onderzoeken naar de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het beleid en de bedrijfsvoering;
- 2°
de voorstellen, voornemens en toezeggingen met financiële gevolgen voor het Rijk die aan de ministerraad of de Kamers der Staten-Generaal worden voorgelegd;
- 3°
de uitvoering van departementale risicoanalyses;
- 4°
de uitvoering van het begrotingsbeheer, het financieel beheer, de materiële bedrijfsvoering en de daartoe gevoerde administraties;
- e.
de ondersteuning van het departementale audit committee en
- f.
het op verzoek en uit eigen beweging in elk geval adviseren over:
- 1°
de financiële gevolgen van het beleid en de bedrijfsvoering;
- 2°
de onderzoeken, voorstellen, voornemens, toezeggingen en risicoanalyses, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, subonderdelen 1 tot en met 3;
- 3°
het begrotingsbeheer, het financieel beheer, de materiële bedrijfsvoering en de daartoe gevoerde administraties;
- 4°
het begrotingsbeheer, het financieel beheer, de materiële bedrijfsvoering en de daartoe gevoerde administraties van de zelfstandige bestuursorganen en de rechtspersonen met een wettelijke taak voor zover dat betrekking heeft op de financiële middelen die ten laste van de rijksbegroting, bedoeld in artikel 2.1 van de Comptabiliteitswet 2016, zijn ontvangen.
2.
Onverminderd het eerste lid kan Onze Minister die belast is met de leiding van een ministerie andere taken aan de directeur FEZ opdragen.