Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 851
EHRM, 27-05-2008, nr. 26565/05: N.
EHRM 27-05-2008, ECLI:NL:XX:2008:BD6647 (N.)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer)
- Datum
27 mei 2008
- Magistraten
J.-P. Costa, N. Bratza, P. Lorenzen, F. Tulkens, J. Casadevall, G. Bonello, I. Cabral Barreto, B.M. Zupančič, R. Maruste, S. Botoucharova, J. Borrego Borrego, K. Hajiyev, L. Mijović, D. Spielmann, R. Jaeger, J. Šikuta, M. Villiger
- Zaaknummer
26565/05
- LJN
BD6647
- Roepnaam
N.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Vreemdelingenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2008:BD6647, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer), 27‑05‑2008
- Wetingang
EVRM art. 3
Essentie
N. tegen Verenigd Koninkrijk.
Uitzetting van verzoekster, die aan AIDS lijdt, naar Uganda vormt geen inbreuk op art. 3 EVRM. Er is niet een zo uitzonderlijke omstandigheid als in D. tegen Verenigd Koninkrijk, 2 mei 1997, Reports 1997-IV (NJ 1998, 582) in welke zaak verzoeker ernstig ziek was en de dood nabij. Sindsdien heeft noch het EHRM, noch de ECRM de verwijdering van een vreemdeling wegens diens gezondheidstoestand ooit onverenigbaar met art. 3 EVRM geoordeeld. Uitzetbare vreemdelingen hebben in beginsel geen recht op voortgezet verblijf, noch op medische, sociale of andere hulp of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.