NJ 2007, 459
EHRM, 10-04-2007, nr. 6339/05
EHRM 10-04-2007, ECLI:NL:XX:2007:BA6787, m.nt. J. de Boer
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer)
- Datum
10 april 2007
- Magistraten
C.L. Rozakis, J.-P. Costa, Nicolas Bratza, B.M. Zupančič, P. Lorenzen, R. Türmen, V. Butkevych, N. Vajic, M. Tsatsa-Nikolovska, A.B. Baka, A. Kovler, V. Zagrebelsky, A. Mularoni, D. Spielmann, R. Jaeger, David Thór Björgvinsson, I. Ziemele
- Zaaknummer
6339/05
- Noot
J. de Boer
- LJN
BA6787
- JCDI
JCDI:ADS125889:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Gezondheidsrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2007:BA6787, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer), 10‑04‑2007
- Wetingang
Essentie
Het vernietigen van embryo’s na intrekking van wettelijk vereiste toestemming van één der genetische ouders levert geen strijd op met art. 2 EVRM, aangezien embryo’s naar Engels recht geen recht op leven hebben. Het absolute wettelijke vereiste van toestemming van beide genetische ouders tot het moment van terugplaatsen van embryo’s bij de vrouw laat geen onredelijke afweging zien tussen de rechten van de vrouwelijke en mannelijke donor onder art. 8 EVRM.
Samenvatting
In 2000 werd bij mw. Evans kanker geconstateerd in haar eierstokken. Voor de verwijdering van haar eierstokken is een aantal eicellen verwijderd, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.