NJ 2007, 415
EHRM, 18-10-2006, nr. 46410/99
EHRM 18-10-2006, ECLI:NL:XX:2006:AZ2407, m.nt. E.A. Alkema
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer)
- Datum
18 oktober 2006
- Magistraten
L. Wildhaber, C.L. Rozakis, J.-P. Costa, Nicolas Bratza, B.M. Zupancic, G. Bonello, L. Caflisch, R. Türmen, J. Hedigan, M. Tsatsa-Nikolovska, R. Maruste, A. Kovler, V. Zagrebelsky, L. Garlicki, E. Myjer, D. Jociené, J. Šikuta
- Zaaknummer
46410/99
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
AZ2407
- JCDI
JCDI:ADS125882:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2006:AZ2407, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer), 18‑10‑2006
- Wetingang
EVRM art. 8
Essentie
Ongewenstverklaring vreemdeling na veroordeling wegens doodslag en zware mishandeling. Belang openbare orde weegt zwaarder dan gezinsleven en langdurig verblijf. Gerechtvaardigde inmenging. Geen schending recht op privé- en familieleven.
Samenvatting
Klager, van Turkse afkomst, heeft een permanente verblijfsvergunning. Hij wordt voor tien jaar ongewenst vreemdeling verklaard omdat hij is veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf wegens doodslag en zware mishandeling. Klager, die stelt dat hij nauwelijks Turks spreekt, geen banden heeft met Turkije en nauwelijks familie in Turkije heeft, klaagt dat zijn uitzetting naar Turkije in strijd is met art. 8 EVRM, omdat hij een vrouw en twee ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.