Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 856
EHRM, 20-05-2008, nr. 55470/00
EHRM 20-05-2008, ECLI:NL:XX:2008:BF3749
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
20 mei 2008
- Magistraten
N. Bratza, L. Garlicki, G. Bonello, L. Mijović, D. Thór Björgvinsson, J. Šikuta, P. Hirvelä
- Zaaknummer
55470/00
- LJN
BF3749
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Penitentiair recht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2008:BF3749, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 20‑05‑2008
- Wetingang
EVRM art. 8
Essentie
Ferla tegen Polen.
Klager is in december 1998 voorlopig gehecht wegens verdenking van zware mishandeling van een buurman. Klagers echtgenote was getuige in de strafzaak. In de periode tot november 1999 heeft zij hem wegens collusiegevaar slechts één keer, in maart 1999, mogen bezoeken. Ook na dat bezoek moest zij echter nog getuigen. Zijn vierjarige zoon mocht niet met het bezoek mee. Klager kon zijn zoon verder ook niet zien omdat hij niemand wist die zijn zoon conform voorschrift kon vergezellen. Het EHRM vermeldt bij de weergave van relevant nationaal recht een aanbeveling van het Comité van Ministers van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.