RvdW 2010, 303
Wet Bopz. Machtiging voortgezet verblijf; weigeren contra-expertise geoorloofd? Motiveringseisen.
HR 12-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK8104
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 februari 2010
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
09/04637
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BK8104
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK8104, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK8104, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2009
Essentie
Wet Bopz. Machtiging voortgezet verblijf; weigeren contra-expertise geoorloofd? Motiveringseisen.
Gelet op de ingrijpende aard van de door de rechter te nemen, tot vrijheidsbeneming leidende beslissing kan een verzoek om door een deskundige nader onderzoek te doen verrichten, slechts gemotiveerd worden afgewezen. (Vgl. HR 29 april 2005,LJN AS5978, NJ 2007,153, m.nt. Legemaate).
Partij(en)
[Verzoeker], te [woonplaats], thans in GGzE ‘De Grijze Generaal’ te Eindhoven, verzoeker tot cassatie, adv.: mr. G.E.M. Later,
tegen
de officier van Justitie in het arrondissement 's-Hertogenbosch, verweerder in cassatie, niet verschenen.