Examenreglement voor luchtvarenden 2004
Bijlage
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2021
- Bronpublicatie:
15-04-2021, Stcrt. 2021, 18496 (uitgifte: 19-04-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2020/196550)
- Inwerkingtreding
20-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2021, Stcrt. 2021, 18496 (uitgifte: 19-04-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2020/196550)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
behorende bij artikel 8, vierde lid, van het Examenreglement voor luchtvarenden 2004
Organisatie van de theorie-examens ten behoeve van het RPL(GC)
1. Algemeen
- 1.1.
Het theoretisch examen voor het RPL(GC) beslaat de volgende negen onderwerpen:
- 1.
Luchtvaartwetgeving en de luchtverkeersleidingsprocedures (ATC);
- 2.
Menselijke prestaties;
- 3.
Meteorologie;
- 4.
Communicatie;
- 5.
Navigatie.
- 6.
Operationele procedures;
- 7.
Vluchtprestaties en -planning;
- 8.
Beginselen van het vliegen;
- 9.
Algemene kennis van het luchtvaartuig.
- 1.2.
Het examen over de onderwerpen 1 tot en met 7 wordt door het CBR afgenomen volgens de eisen van PPL(A) volgens verordening (EU) nr. 1178/2011. Op deze onderdelen van het theoretisch examen zijn zowel dit algemene gedeelte als de aanmeldingsprocedure en het examenreglement van het CBR van toepassing.
- 1.3.
Het examen over de gyrokopterspecifieke onderwerpen 8 en 9 wordt door een RFE(GC) afgenomen volgens de eisen van bijlage 8 bij de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 2004. Op deze onderdelen van het theoretisch examen is deze bijlage van toepassing.
- 1.4.
Als de kandidaat er niet in slaagt om ten minste één theorie-examen af te leggen binnen 12 maanden nadat hij is voorgedragen door de daartoe bevoegde opleidingsinstelling, wordt de omvang en reikwijdte aan verdere opleiding bepaald door de bevoegde opleidingsinstelling op basis van de behoeften van de kandidaat.
- 1.5.
Een kandidaat wordt geacht het theorie-examen voor het RPL(GC) met succes te hebben afgelegd als hij voor alle vereiste theorie-examens, zowel bij het CBR als bij de RFE(GC) is geslaagd binnen een periode van 18 maanden, gerekend vanaf het eind van de kalendermaand waarin de kandidaat voor het eerst deelnam aan een examen.
- 1.6.
Een succesvol afgerond theorie-examen voor het RPL(GC) blijft geldig gedurende een periode van 36 maanden voor de afgifte van het bewijs van bevoegdheid RPL(GC). Deze periode wordt geteld vanaf de dag waarop de kandidaat slaagt voor het theorie-examen in overeenstemming met 1.5.
- 1.7.
Als een kandidaat voor de afgifte van een bewijs van bevoegdheid RPL(GC) na vier pogingen niet geslaagd is voor een van de theorie-examens, of niet voor alle examens is geslaagd binnen de in 1.5 vermelde periode van 18 maanden, moet hij alle theorie-examens opnieuw afleggen.
- 1.8.
Alvorens opnieuw aan de theorie-examens deel te nemen, moet de kandidaat verdere opleiding volgen bij een daartoe bevoegde opleidingsinstelling. De omvang en reikwijdte van de vereiste opleiding worden bepaald door de opleidingsinstelling op basis van de behoeften van de kandidaat.
2. Gyrokopterspecifiek deel van het theorie-examen
- 2.1.
De theorie-examens over de onderwerpen 8 en 9 onder 1.1 worden digitaal of schriftelijk afgelegd.
- 2.2.
De examenonderwerpen 8 en 9 onder 1.1 kunnen apart of gelijktijdig worden geëxamineerd. Bij een voldoende resultaat voor één van deze onderwerpen of beide onderwerpen wordt aan de kandidaat een resultaatbrief uitgereikt.
- 2.3.
De examenopgaven worden gesteld over een zo groot mogelijk gedeelte van de in de exameneisen vervatte leerstof, opdat een zo goed mogelijk beeld wordt verkregen van de kennis van de kandidaat. De examinator is verantwoordelijk voor de samenstelling van het examen. Het examen bestaat uit 10 meerkeuzevragen per onderwerp en duurt 20 minuten per onderwerp. Wanneer de onderwerpen gelijktijdig worden geëxamineerd krijgt de kandidaat 40 minuten voor het geheel. Het examen wordt op verzoek van de kandidaat in het Nederlands of Engels afgenomen.
- 2.4.
Voor ieder af te nemen theorie-examen draagt de examinator zorg voor het beschikbaar zijn van de benodigde examenruimte en de examenmaterialen. Voor de aanvang van een examen is hij verantwoordelijk voor de controle op het geschikt zijn van de examenruimte.
- 2.5.
Bij het examen is de examinator aanwezig voor het houden van toezicht.
- 2.6.
Uiterlijk 10 minuten voor aanvang van het examen vervoegt de kandidaat zich bij de toezichthoudende examinator.
- 2.7.
Bij het examen moeten kandidaten zich kunnen legitimeren met een geldig wettelijk identiteitsbewijs. De personalia van de kandidaat worden verwerkt op het examenuitslagformulier.
- 2.8.
De examenopgaven worden door de examinator bij de start van het examen ter beschikking gesteld aan de kandidaten.
- 2.9.
De kandidaten beantwoorden de opgaven slechts op daarvoor aan hen beschikbaar gestelde middelen. Eventueel uitgereikt papier wordt na afloop van het examen ingenomen. De kandidaten mogen op hun tafel slechts de zaken hebben, die door de toezichthoudende examinator noodzakelijk worden geacht. Uitlenen van hierboven bedoelde noodzakelijke zaken zonder toestemming van de examinator is niet toegestaan.
- 2.10.
Gedurende het examen mogen kandidaten het lokaal niet verlaten, niet met elkaar spreken en niet elkaars werk inzien. Als dat toch gebeurt, leidt dit tot het direct inleveren van het examenwerk en is de kandidaat gezakt met een 0% score. Kandidaten van wie bewezen is dat ze hebben gespiekt, is deelname aan elk ander examen verboden gedurende twaalf maanden vanaf de datum van het examen waarvoor ze hebben gespiekt.
- 2.11.
Zo spoedig mogelijk na de beëindiging van het schriftelijk examen wordt het werk door de examinator nagekeken en beoordeeld. De uitslag volgt binnen 48 uur na het afleggen van het examen. Een kandidaat slaagt voor een theorie-examenonderdeel wanner hij ten minste een score van tenminste 75% behaalt van het aantal punten die voor dat examenonderdeel kunnen worden behaald. Alle vragen zijn voor het vaststellen van de score van gelijke waarde tenzij anders bij de vraag aangegeven.
- 2.12.
De kandidaat ontvangt een schriftelijke resultaatbrief met de uitslag betreffende de onderwerpen 8 en 9. Bij voldoende score en bij het behalen van de overige PPL-theorie bij het CBR, kan op basis van deze resultaatbrief en de resultaatbrief van het CBR bij de examinator een certificaat theorie GC worden aangevraagd. Dit certificaat theorie GC heeft dezelfde geldigheidsduur als de statement of theoretical PPL-theorie, namelijk 36 maanden.
- 2.13.
Na afloop van het examen is de examinator verantwoordelijk voor archiveren van:
- 1.
het beoordeelde examenwerk,
- 2.
het volledige stel vragen, en
- 3.
het ingevulde examenuitslagformulier met daarop de uitslag van het examen per kandidaat en de aanduiding of een certificaat is uitgeschreven en uitgereikt.
Al deze bescheiden worden door de examinator minimaal 5 jaren bewaard.
- 2.14.
Na afloop van het examen mogen de opgaven van het theorie-examen door kandidaten niet worden behouden.
- 2.15.
Indien een kandidaat het niet eens is met de uitslag van het examen over de onderwerpen 8 of 9 onder 1.1, kan hij de volgende stappen doorlopen.
- 1.
Hij verzoekt binnen drie weken na de datum van bekendmaking van het resultaat schriftelijk aan de examinator om een herziening van de uitslag. Binnen zes weken worden de foute antwoorden tussen kandidaat en examinator besproken. Bij deze bespreking kan de opleidingsinstantie die hem heeft voorgedragen op verzoek van de kandidaat aanwezig zijn. Indien dit gesprek niet leidt tot (voldoende) aanpassen van de score, kan de kandidaat over gaan tot punt 2.
- 2.
Hij dient een formeel bezwaar in bij de minister. Een senior examinator zal dan in overleg met de examinator het examen opnieuw beoordelen en de minister adviseren bij de beslissing op het bezwaar.