NJB 2021/213
De corona-pandemie dwong de staatssecretaris vanaf 16 maart 2020 voor onbepaalde tijd te stoppen met fysiek horen van vreemdelingen en hij kon niet meteen omschakelen naar een andere oplossing. Hierdoor werd het voor hem onmogelijk een besluit te nemen, door abnormale en onvoorziene omstandigheden buiten zijn toedoen en risicosfeer. Die overmacht was er voor twee maanden. Overmacht schort de termijn voor het nemen van een besluit van rechtswege op zolang het bestuursorgaan door overmacht niet in staat is dat besluit te nemen. Als de termijn voor het nemen van het besluit op het moment van overmacht al is verstreken, schort de overmacht de dwangsomtermijn op
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
16 december 2020
- Magistraten
Mrs. Verheij, Borman, Verburg
- Zaaknummer
202003986/1/V1
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursprocesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2020:2949, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 16‑12‑2020
- Wetingang
Essentie
De corona-pandemie dwong de staatssecretaris vanaf 16 maart 2020 voor onbepaalde tijd te stoppen met fysiek horen van vreemdelingen en hij kon niet meteen omschakelen naar een andere oplossing. Hierdoor werd het voor hem onmogelijk een besluit te nemen, door abnormale en onvoorziene omstandigheden buiten zijn toedoen en risicosfeer. Die overmacht was er voor twee maanden. Overmacht schort de termijn voor het nemen van een besluit van rechtswege op zolang het bestuursorgaan door overmacht niet in staat is dat besluit te nemen. Als de termijn voor het nemen van het besluit op het moment van overmacht al is verstreken, ...