Einde inhoudsopgave
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994
Artikel 37c [Teruggaaf]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
19-12-2023, Stcrt. 2023, 34842 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: 2023-0000270123)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2023, Stcrt. 2023, 34842 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: 2023-0000270123)
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Motorrijtuigenbelasting
1.
De teruggaaf bedraagt over het in artikel 37b, vierde lid, onderdeel a, bedoelde jaar het verschil tussen de betaalde belasting voor de vrachtauto's die in dat jaar of gedeelten daarvan deel hebben uitgemaakt van het bedrijfsvoertuigenpark en de som van de tarieven die per jaar of gedeelten daarvan voor die vrachtauto's ingevolge de richtlijn minimaal zouden moeten worden betaald, met dien verstande dat per vrachtauto het hoogste tarief wordt genomen van de tarieven die zouden gelden in combinatie met elk van de in het bedrijfsvoertuigenpark opgenomen aanhangwagens. Indien het hoogste tarief per jaar volgens de richtlijn lager zou zijn dan € 338,02 bepaalt de inspecteur dat tarief op € 338,02 of op het evenredig deel daarvan dat overeenstemt met het deel van het jaar waarover de belasting is geheven.
2.
De inspecteur beslist op een verzoek om teruggaaf bij voor bezwaar vatbare beschikking.