Einde inhoudsopgave
Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 2001
Artikel 26 Bijzondere bevoegdverklaringen in RPL(A)/(H)/GC)
Geldend
Geldend vanaf 03-07-2019
- Bronpublicatie:
01-07-2019, Stcrt. 2019, 35902 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/138789)
- Inwerkingtreding
03-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2019, Stcrt. 2019, 35902 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/138789)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
De eisen voor afgifte van een klassebevoegdverklaring in een RPL(A), RPL(H) of RPL(GC), respectievelijk een typebevoegdverklaring in een RPL(H) of RPL(GC), zijn:
- a.
de opleiding voor de betreffende klasse, respectievelijk het betreffende type, met dien verstande dat degene die al in het bezit is van een klassebevoegdverklaring, respectievelijk typebevoegdverklaring, ten minste de in het opleidingsprogramma beschreven solo-ervaring moet opdoen, en
- b.
bedrevenheidseisen voor SP(A) klassebevoegdverklaring, SP(H) klassebevoegdverklaring, of SP(GC) klassebevoegdverklaring, respectievelijk SP(H) typebevoegdverklaring, of SP(GC) typebevoegdverklaring bedoeld in Deel FCL.700 respectievelijk bijlage 2 bij deze regeling, waarbij het examen wordt afgelegd op een luchtvaartuig van de klasse, respectievelijk het type, waarvoor de bevoegdverklaring wordt aangevraagd.