Rb. Haarlem, 03-12-2008, nr. 144000 / HA ZA 08-345
ECLI:NL:RBHAA:2008:BG8061
- Instantie
Rechtbank Haarlem
- Datum
03-12-2008
- Zaaknummer
144000 / HA ZA 08-345
- LJN
BG8061
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBHAA:2008:BG8061, Uitspraak, Rechtbank Haarlem, 03‑12‑2008; (Eerste aanleg - meervoudig)
- Vindplaatsen
NJF 2009, 61
Uitspraak 03‑12‑2008
Inhoudsindicatie
Koopovereenkomst. Gedaagde heeft het aanbod van eiseres aanvaard, zodat een overeenkomst tot stand is gekomen. Er is echter geen sprake van een koopovereenkomst, nu partijen nog geen overeenstemming hadden bereikt over de koopprijs. Geen dwaling.
vonnis
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 144000 / HA ZA 08-345
Vonnis van 3 december 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
6TY FOODS B.V.,
gevestigd te Haarlem,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. M. Chin- Oldenziel,
tegen
de rechtspersoon naar Belgisch recht
HENDRIKS PLUIMVEEVERWERKING N.V.,
gevestigd te Maasmechelen, België,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. S.I. van der Staal.
Partijen zullen hierna 6ty Foods en Hendriks genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 mei 2008
- het proces-verbaal van comparitie van 10 september 2008
- de reactie op het proces-verbaal van 8 oktober 2008 van Hendriks.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. 6ty Foods is een onderneming die levensmiddelen en levensmiddelengrondstoffen in- en uitvoert. Hendriks is een importeur en handelaar in pluimveevlees.
2.2. De Europese Gemeenschap heeft voor het jaar 2007 voor het eerst een tariefcontingent geopend voor pluimveevlees uit Argentinië, te weten GATT-contingent 094216.
2.3. Importeurs kunnen van het GATT-contingent gebruik maken wanneer zij in het bezit zijn van een zogenaamde “GATT-licentie” (hierna: licentie). Deze licentie kunnen importeurs benutten om zo van het lage tarief aan douanerechten te profiteren.
2.4. De licentie moet in Nederland worden aangevraagd bij de Productschappen, Vee Vlees en Eieren (hierna: “PVE”). Een licentie wordt afgegeven voor een bepaalde hoeveelheid. Een importeur kan uitsluitend de hoeveelheid die vermeld staat op de licentie tegen het daarvoor lager geldende tarief invoeren. De licentie schept de verplichting om binnen de geldigheidsduur de goederen vermeld op het certificaat in de gemeenschap in te voeren.
2.5. Aan een licentie is een aantal vereisten verbonden. Een van de vereisten is dat de aanvrager zekerheid dient te stellen bij de PVE. Deze “waarborgsom” wordt door de PVE verbeurd verklaard indien de uiteindelijke afgegeven licentie binnen de geldigheidsduur niet of niet geheel wordt benut.
2.6. Op 11 juni 2007 heeft 6ty Foods drie licenties voor het GATT-contingent 094216 aangevraagd. De door 6ty Foods aangevraagde licenties werden aangevraagd op naam van andere ondernemingen. 6ty Foods heeft bij de PvE ten behoeve van de licenties op 12 juni 2007 een bankgarantie gesteld.
2.7. Hendriks heeft voor het GATT-contingent 094216 één licentie in België aangevraagd bij het “BIRB”, het Belgische equivalent van de PVE.
2.8. Op 15 juni 2007 heeft 6ty Foods Hendriks een fax gezonden. Hendriks heeft deze fax op 15 juni 2007 ondertekend en aan 6ty Foods geretourneerd. In deze fax is onder meer het volgende bepaald:
“(…)
Verkoop contract: Hendriks 2007-006
Uw referentie:
Hierbij bevestigen wij onze verkoop, uw aankoop van:
Product Aantal Volume Price
Invoer licenties pluimveevlees 3 Aangevraagd 343 ton Nader overeen te
groep 6 Argentinie onder per licentie, toewijzing komen
verordening EU 616/2007 eind juni
Overige condities:
Levering: Eind juni 2007
Betalingsconditie: Binnen 14 dagen na factuur datum.
Bij niet benutten van onderhavige licenties zal Hendriks Pluimveeverwerking NV het bedrag aan Bankgarantie, gesteld door 6ty Foods BV aan 6ty Foods BV vergoeden.
Wij verzoeken u vriendelijk deze bevestiging voor de goede orde getekend terug te faxen.
(…)”.
2.9. De door Hendriks ingediende aanvraag in België is toegewezen. Op 26 juni 2007 is de licentie afgegeven.
2.10. De PVE hebben op 1 juli 2007 twee door 6ty Foods aangevraagde licenties afgegeven. De derde licentieaanvraag is geweigerd.
2.11. Op 2 juli 2007 is [A], directeur van 6ty Foods bij Hendriks op kantoor geweest. [A] heeft Hendriks toen in kennis gesteld van het feit dat hij beschikte over twee licenties. Op 16 en 27 augustus 2007 hebben nogmaals contacten tussen 6ty Foods en Hendriks plaatsgevonden.
2.12. Bij brief van 3 september 2007 heeft Hendriks 6ty Foods onder meer het volgende medegedeeld:
“(…) Wij verwijzen naar het document met als titel “verkoop contract” dat dateert van 15 juni 2007 en dat betrekking heeft op invoer licenties pluimveevlees groep 6 Argentinië onder verordening EU 616/2007. Van een in juridische zin werkelijk reeds voltrokken koop was evenwel nog geen spraken, aangezien minstens nog geen wilsovereenstemming bereikt was omtrent de prijs.
(…)
U zal willen begrijpen dat wij in het licht van deze omstandigheden de door u aangeboden licenties, voor zover deze er zouden zijn, niet kunnen en niet meer wensen aan te kopen.(…)”.
2.13. Bij brief van 1 oktober 2007 heeft 6ty Foods Hendriks onder meer het volgende te kennen gegeven:
“(…) Ìn tegenstelling tot uw brief d.d. 3 september 2007 en d.d. 6 september 2007 merkt 6ty Foods op dat er sprake is van een definitieve overeenkomst die nog steeds van kracht is. 6ty Foods houdt Hendriks derhalve nog steeds aan de afspraken die uit deze overeenkomst voortvloeien. (…)
Hierbij stelt 6ty Foods Hendriks bij voorbaat aansprakelijk voor schade die 6ty Foods zal lijden en heeft geleden als gevolg van het niet nakomen van de hierboven genoemde verplichtingen.
(…)
2.14. Op 18 december 2007 heeft 6ty Foods een verzoekschrift tot het leggen van conservatoir derdenbeslag ten laste van Hendriks ingediend bij de voorzieningenrechter te ’s-Gravenhage. De voorzieningenrechter heeft bij beschikking van 18 december 2007 dit verlof verleend. De beslagen zijn op 19 december 2007 gelegd.
2.15. Op 27 december 2007 is de geldigheidsduur van de twee licenties verstreken.
2.16. Bij beschikkingen van 19 mei 2008 en 28 mei 2008 zijn de PVE tot verbeurdverklaring van de waarborgsommen overgegaan.
2.17. Op 10 juni 2008 heeft 6ty Foods bezwaar gemaakt tegen deze beschikkingen.
3. Het geschil
in conventie
3.1. 6ty Foods vordert, na vermeerdering van eis -kort samengevat – ontbinding van de koopovereenkomst van 15 juni 2007. Tevens vordert 6ty Foods veroordeling van Hendriks tot betaling van EUR 343.290,-- terzake van de waarborgsommen en veroordeling van Hendriks tot betaling van de door de Productschappen Vee, Vlees, en Eieren gevorderde rente, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2007 en de buitengerechtelijke kosten. Tot slot vordert 6ty Foods veroordeling van Hendriks in de kosten van dit geding.
3.2. 6ty Foods legt aan haar vordering ten grondslag dat Hendriks de verplichtingen voortvloeiend uit de koopovereenkomst d.d. 15 juni 2007 niet is nagekomen, zodat Hendriks gehouden is de door 6ty Foods geleden schade te vergoeden. Kort samengevat begroot 6ty Foods de schade op het bedrag van de verbeurd verklaarde waarborgsommen, EUR 343.290,- en de aan de PVE vanaf 19 mei 2008 verschuldigde rente in verband met het verleende uitstel van betaling.
3.3. Hendriks voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in (voorwaardelijke) reconventie
3.4. Hendriks vordert na vermeerdering van eis -samengevat - 6ty Foods te veroordelen tot vergoeding van de schade die Hendriks lijdt casu quo heeft geleden als gevolg van onrechtmatige beslagleggingen, welke schade nader dient te worden opgemaakt bij staat en vereffend volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van de verschillende beslagleggingen. Tevens vordert Hendriks veroordeling van 6ty Foods in de kosten van dit geding.
3.5. 6ty Foods voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
Toepasselijk recht
4.1. Partijen verschillen van mening over de vraag of het Weens Koopverdrag (hierna: WKV) van toepassing is. 6ty Foods stelt dat dit niet het geval is. Zij beroept zich op de artikelen 1 en 2 WKV, waarin is bepaald dat het verdrag van toepassing is op de koop/verkoop van roerende zaken en dat het verdrag niet van toepassing is op de koop/verkoop van waardepapieren. Nu het in casu gaat om waardepapieren mist het WVK toepassing, aldus 6ty Foods.
4.2. Hendriks voert aan dat het WKV wel van toepassing is, nu, zo begrijpt de rechtbank Hendriks, de voorliggende certificaten niet gekwalificeerd kunnen worden als waardepapieren in de zin van artikel 2 van het WVK.
4.3. Naar het oordeel van de rechtbank mist het WKV toepassing. De overeenkomst waar het in deze procedure om draait, is de fax van 15 juni 2007. De fax van 15 juni 2007 bevat geen rechtskeuzebeding en geen bepaling over het al dan niet van toepassing zijn van het WKV. De fax van 15 juni 2007 heeft als onderwerp invoerlicenties pluimveevlees. Deze invoerlicenties geven de aanvrager het recht om een bepaalde hoeveelheid van het betreffende product voor een lager tarief aan douanerechten te importeren in de EU. Dit onderwerp kan niet gekwalificeerd worden als de koop van roerende zaken. Immers, de licenties geven niet een rechtstreeks recht op bepaalde zaken of goederen.
4.4. Tussen partijen is niet in geschil dat op de overeenkomst Nederlands recht van toepassing is. In overeenstemming met de regels van internationaal privaatrecht is ingevolge artikel 4 EVO Nederlands recht van toepassing, omdat de overeenkomst van partijen het nauwst verbonden is met Nederland, aangezien 6ty Foods, statutair gevestigd te Haarlem, de kenmerkende prestatie moest verrichten.
Koopovereenkomst tot stand gekomen?
4.5. Vervolgens is tussen partijen in geschil of tussen partijen een koopovereenkomst tot stand is gekomen. Hendriks voert aan dat ook naar Nederlands recht niet kan worden gesproken van een rechtsgeldig tot stand gekomen perfecte koopovereenkomst. Hendriks heeft nooit de wil gehad of geopenbaard om met 6ty Foods een definitieve overeenkomst te sluiten. Voorts heeft Hendriks aangevoerd dat in het algemeen de eis geldt dat pas kan worden uitgegaan van de totstandkoming van een overeenkomst, wanneer tussen partijen over de hoofdzaken van de overeenkomst overeenstemming is bereikt. Nu er onduidelijkheid bestond over het te verkopen/verkochte object, maar bovenal nu partijen hebben afgesproken dat de prijs nog nader moest worden overeengekomen, kan niet gesteld worden dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen, aldus nog steeds Hendriks.
4.6. 6ty Foods heeft gesteld dat tussen partijen een (schriftelijke) koopovereenkomst tot stand is gekomen. Ter onderbouwing is overgelegd de fax van 15 juni 2007. Voorts heeft 6ty Foods gesteld dat partijen nog geen prijs overeengekomen waren bij de totstandkoming van de koopovereenkomst, omdat de waarde van de licenties op dat moment nog niet kon worden vastgesteld. De uiteindelijke waarde van de licenties hangt onder meer af van de omstandigheid voor welke hoeveelheid een licentie wordt afgegeven. 6ty Foods stelt echter dat op grond van artikel 7:4 juncto artikel 7:47 BW een koopovereenkomst van waardepapieren ook tot stand komt zonder dat de prijs is bepaald.
4.7. De rechtbank overweegt als volgt. Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan (6:217 BW). Bij fax van 15 juni 2007 heeft 6ty Foods het aanbod gedaan om ten behoeve van Hendriks een drietal licenties aan te vragen, waar tegenover op Hendriks de verplichting rustte de licenties te accepteren en het bedrag ter hoogte van de bankgarantie te vergoeden aan 6ty Foods, indien de licenties niet door Hendriks of een derde zouden worden benut. Hendriks heeft deze fax ondertekend en geretourneerd. Hendriks heeft daarmee het aanbod aanvaard, zodat de overeenkomst tot stand is gekomen.
4.8. Anders dan 6ty Foods heeft gesteld, is geen sprake van een koopovereenkomst. Nu partijen nog geen overeenstemming hadden bereikt over de koopprijs, kan niet worden gesteld dat tussen partijen reeds een perfecte rechtsgeldige koopovereenkomst tot stand was gekomen. De rechtbank is van oordeel dat artikel 7:4 BW in dit geval niet van toepassing is. Het is immers niet zo dat partijen zich niet bekommerd hebben om de prijs. Integendeel, beide partijen hebben onder ogen gezien dat bij het tot stand komen van de overeenkomst de prijs nog niet kon worden bepaald, omdat de waarde van de licenties onder meer afhangt van de totale hoeveelheid waarvoor de licenties worden afgegeven.
4.9. De rechtbank is evenwel van oordeel dat partijen zich wel degelijk door ondertekening van de fax van 15 juni 2007 jegens elkaar hebben verbonden en een overeenkomst van opdracht hebben gesloten. Door ondertekening van de fax rustte op 6ty Foods de inspanningsverplichting om een drietal licenties aan te vragen. Hendriks heeft zich op haar beurt jegens 6ty Foods verplicht om bij het niet benutten van de licenties die zouden worden toegewezen, het bedrag aan bankgarantie gesteld door 6ty Foods, aan 6ty Foods te vergoeden.
4.10. Door Hendriks zijn onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit blijkt dat partijen overeengekomen zijn dat het op zich nemen van de vergoedingsplicht door Hendriks, in het geval dat de licenties niet zouden worden benut, eerst zou ontstaan nadat de prijs zou zijn overeengekomen. Uit de fax van 15 juni 2007 blijkt dit niet.
Dwaling
4.11. Hendriks heeft subsidiair aangevoerd dat de fax van 15 juni 2007 is getekend onder invloed van dwaling. Dit verweer wordt verworpen. Daartoe heeft Hendriks onvoldoende gesteld. Het enkele feit dat [A] Hendriks op 15 juni 2007 meerdere malen zou hebben gebeld met de mededeling dat Hendriks een handtekening moest zetten onder de fax en die meteen moest terugsturen, omdat hij anders de aanvraag niet zou kunnen indienen, brengt niet met zich dat Hendriks bij het ondertekenen van de fax een onjuiste voorstelling van zaken had.
4.12. Ter zitting heeft Hendriks tevens aangevoerd dat hij de fax in goed vertrouwen heeft ondertekend zonder van de inhoud kennis te nemen. Hierdoor zou Hendriks niet goed hebben geweten waar hij voor tekende. Deze omstandigheid dient voor risico van Hendriks te komen. 6ty Foods mocht erop vertrouwen dat Hendriks, door ondertekening van het faxbericht, akkoord ging met de aanvraag van een drietal licenties. Ook mocht 6ty Foods erop vertrouwen dat Hendriks instemde met de voorwaarde dat hij het door 6ty Foods gestelde bedrag aan bankgarantie zou moeten vergoeden, indien de licenties niet door Hendriks zouden worden benut. Het had immers op de weg van Hendriks gelegen om een duidelijk voorbehoud te maken, indien hij dit risico niet had willen aanvaarden.
4.13. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen heeft 6ty Foods voldaan aan de overeenkomst door het aanbieden van de twee toegewezen licenties. Hendriks is, doordat zij ondanks de gegeven opdracht de licenties niet binnen de geldigheidsduur heeft willen afnemen, toerekenbaar tekortgekomen in de nakoming van haar verplichtingen, zodat 6ty Foods het recht heeft de overeenkomst te ontbinden. De daartoe strekkende vordering is dan ook toewijsbaar.
Schade
4.14. Ingevolge artikel 6:277 BW is Hendriks als degene die een grond voor ontbinding heeft geleverd verplicht de schade van 6ty Foods te vergoeden. 6ty Foods stelt de schade op de door haar verbeurde waarborgsommen. Uit het dossier blijkt evenwel dat 6ty Foods op 10 juni 2008 bezwaar heeft gemaakt tegen de verbeurdverklaring van de waarborgsommen, waarna de PVE desgevraagd uitstel van betaling heeft verleend totdat op het bezwaar zou zijn beslist.
Nu nog niet op het bezwaar is beslist is thans nog niet zeker dat 6ty Foods de gestelde schade zal lijden. Weliswaar is 6ty Foods aan de PVE rente verschuldigd gedurende de periode waarin uitstel van betaling wordt verleend, maar indien 6ty Foods in het gelijk wordt gesteld zal de reeds betaalde rente aan 6ty Foods dienen te worden reretourneerd. Gezien het voorgaande is de schadevordering prematuur.
4.15. Gelet hierop en gelet op de omstandigheid dat het debat tussen partijen zich voornamelijk heeft geconcentreerd op de vraag of tussen partijen al dan niet een overeenkomst tot stand is gekomen zal de rechtbank de zaak naar de parkeerrol verwijzen in afwachting van de uitkomst van de bezwaarprocedure. 6ty Foods dient de rechtbank uiterlijk tegen de gestelde datum over die uitkomst te berichten. Afhankelijk van de uitkomst kunnen partijen vervolgens nog kort concluderen over de schadevergoeding, dan wel aangeven welk vervolg zij met betrekking tot de procedure wensen.
in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
4.16. De rechtbank zal in verband met hetgeen in 4.15 is overwogen iedere verdere beslissing aanhouden tot het eindvonnis.
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1. verwijst de procedure naar de parkeerrol van 1 april 2009 opdat partij 6ty Foods op dan wel voor die datum aan de rechtbank laat weten of de PVE een beslissing op het bezwaar heeft genomen en hoe deze luidt,
5.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.C. Hofman, mr. W. Aardenburg en mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2008.?