Einde inhoudsopgave
Luchtvaartwet BES
Artikel 22n
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
24-04-2019, Stb. 2019, 179 (uitgifte: 16-05-2019, kamerstukken: 34501)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2021, Stb. 2021, 370 (uitgifte: 22-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
De exploitant van een luchtvaartterrein is gehouden een programma op te stellen met betrekking tot de beveiliging van het luchtvaartterrein. Het programma, alsmede de wijziging daarvan, behoeft de instemming van Onze Minister van Justitie en Veiligheid in overeenstemming met Onze Minister. Het programma wordt op hun verzoek, onder het stellen van een redelijke termijn, aangepast.
2.
Het programma, bedoeld in het eerste lid, omvat in ieder geval:
- a.
de plichten, verantwoordelijkheden, maatregelen en procedures die zijn vastgesteld met het oog op de beveiliging van het luchtvaartterrein;
- b.
de bijzondere procedures en maatregelen voor situaties als bedoeld in artikel 22e, eerste lid;
- c.
de maatregelen en procedures in geval van dreiging van onwettige daden van geweld, bomalarm, kaping of gewapende aanvallen op het luchtvaartterrein;
- d.
andere bij algemene maatregel van bestuur te bepalen onderwerpen.
3.
De exploitant van een luchtvaartterrein informeert Onze Minister en Onze Minister van Justitie en Veiligheid indien het programma niet kan worden uitgevoerd. Hij verstrekt desgevraagd Onze Ministers informatie over de beveiliging van het luchtvaartterrein.
4.
Indien een onderdeel van het programma niet wordt uitgevoerd, kan Onze Minister van Justitie en Veiligheid de exploitant van een luchtvaartterrein een aanwijzing geven die ertoe strekt zo veel mogelijk het oorspronkelijk in het programma aangegeven niveau van beveiliging te benaderen.