RFR 2019/134
Erfrecht. Is de verplichting tot maandelijkse uitkeringen na beëindiging van de samenleving blijven bestaan na het overlijden van ex-partner en geldt deze als schuld van de nalatenschap?
HR 12-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1169
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 juli 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
18/02230
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS94470:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
Erfrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1169, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:472, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑05‑2019
- Wetingang
Essentie
Erfrecht. Relatievermogensrecht. Samenlevingscontract.
Is de verplichting tot maandelijkse uitkeringen die voortvloeit uit een notariële samenlevingsovereenkomst met het overlijden van erflater tenietgegaan of geldt deze als schuld van de nalatenschap? Wat is het toepasselijke uitlegcriterium?
Samenvatting
Erflater en de vrouw zijn bij notariële samenlevingsovereenkomst overeengekomen dat erflater bij beëindiging van de samenleving, anders dan door overlijden van een van hen, verplicht is om aan de vrouw tot haar 65ste levensjaar of haar eerder overlijden maandelijks een bedrag uit te keren gelijk aan het bedrag dat zij op dat moment ontving uit de algemene nabestaandenwet. De vrouw ontving tot het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.