Einde inhoudsopgave
Gaswet
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2022
- Bronpublicatie:
01-06-2022, Stb. 2022, 212 (uitgifte: 09-06-2022, kamerstukken: 35814)
- Inwerkingtreding
01-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2022, Stb. 2022, 370 (uitgifte: 27-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Energierecht (V)
1.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;
- b.
gas:
- 1°
aardgas dat bij een temperatuur van 15° Celsius en bij een druk van 1,01325 bar in gasvormige toestand verkeert en in hoofdzaak bestaat uit methaan of een andere stof die vanwege haar eigenschappen aan methaan gelijkwaardig is en
- 2°
stof die:
- —
is opgewekt in een productie-installatie die uitsluitend gebruik maakt van hernieuwbare energiebronnen of
- —
is opgewekt in een hybride productie-installatie die gebruik maakt van zowel hernieuwbare als fossiele energiebronnen en
- —
bij een temperatuur van 15° Celsius en bij een druk van 1,01325 bar in gasvormige toestand verkeert en in hoofdzaak bestaat uit methaan of een andere stof die vanwege haar eigenschappen aan methaan gelijkwaardig is voor zover het mogelijk en veilig is deze stof overeenkomstig hoofdstuk 2 te transporteren;
- c.
gasproductienet: een of meer pijpleidingen die onderdeel uitmaken van een olie- of gaswinningsproject of die worden gebruikt voor het transport van gas rechtstreeks van een gaswinningsproject naar een verwerkingsinstallatie, een opslagplaats of een aanlandingsplaats;
- d.
gastransportnet: niet tot een gasproductienet behorende, met elkaar verbonden leidingen of hulpmiddelen bestemd of gebruikt voor het transport van gas, met inbegrip van hulpmiddelen en installaties waarmee ondersteunende diensten voor dat transport worden verricht, behoudens voor zover deze leidingen en hulpmiddelen onderdeel uitmaken van een directe lijn of gelegen zijn binnen de installatie van de afnemer;
- e.
netbeheerder: een vennootschap die op grond van artikel 2 is aangewezen voor het beheer van een of meer gastransportnetten;
- f.
gasopslaginstallatie: een installatie voor de opslag van gas, met inbegrip van het gedeelte van een LNG-installatie dat voor opslag wordt gebruikt, maar met uitzondering van het gedeelte dat wordt gebruikt voor gasproductie, en met uitzondering van installaties die uitsluitend ten dienste staan van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet bij de uitvoering van zijn taken;
- g.
gasopslagbedrijf: een ieder die een gasopslaginstallatie beheert;
- h.
LNG-installatie: een installatie die gebruikt wordt voor het vloeibaar maken van gas, of voor de invoer, de verlading, of de hervergassing van vloeibaar gas, met inbegrip van ondersteunende diensten en tijdelijke opslag die nodig zijn voor het proces van hervergassing en de daaropvolgende levering aan het transportsysteem, met uitzondering van de gedeeltes van de installatie die gebruikt worden voor opslag;
- i.
LNG-bedrijf: een ieder die een LNG-installatie beheert;
- j.
gasbedrijf: een netbeheerder, een gasopslagbedrijf, een LNG-bedrijf of een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die de productie, de aankoop of de levering van gas verricht, maar geen eindafnemer van dit gas is;
- k.
verwant bedrijf: verbonden onderneming in de zin van artikel 41 van de zevende richtlijn nr. 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 op de grondslag van artikel 54, derde lid, sub g, van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening of een geassocieerde onderneming in de zin van artikel 33, eerste lid, daarvan of een onderneming die aan dezelfde aandeelhouders toebehoort;
- l.
netgebruiker: degene voor wie met behulp van een gastransportnet het transport van gas wordt verricht;
- m.
aansluiting: één of meer verbindingen tussen een gastransportnet en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken, waaronder begrepen één of meer verbindingen tussen een gastransportnet dat wordt beheerd door een netbeheerder en een gastransportnet dat beheerd wordt door een ander dan die netbeheerder;
- n.
landelijk gastransportnet: een gastransportnet dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd of wordt gebruikt voor het op landelijk niveau transporteren van gas;
- o.
afnemer: een persoon met een aansluiting op een gastransportnet;
- p.
vergunninghouder: een houder van een leveringsvergunning als bedoeld in artikel 43;
- q.
richtlijn: richtlijn nr. 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (Pb EU 2009, L 211);
- r.
Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;
- s.
vervallen;
- t.
ondersteunende diensten: de diensten die nodig zijn voor de toegang tot of de werking van gastransportnetten, LNG-installaties of opslaginstallaties, met inbegrip van het opvangen van fluctuaties in de belasting van het gastransportnet en menging, maar met uitzondering van de installaties die uitsluitend ten dienste staan van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet bij de uitvoering van zijn taken;
- u.
economische eigendom: het krachtens een rechtsverhouding gerechtigd zijn tot alle rechten en bevoegdheden ten aanzien van een goed, met uitzondering van het recht op levering, en het gehouden zijn om alle verplichtingen ten aanzien van dat goed voor zijn rekening te nemen en daarmee het volledige risico van waardeverandering of tenietgaan van het goed te dragen, zonder dat het goed geleverd is;
- v.
vervallen;
- w.
programmaverantwoordelijkheid: de verantwoordelijkheid voor het opstellen van een programma als bedoeld in artikel 17b, eerste of tweede lid;
- x.
programmaverantwoordelijke: degene op wie programmaverantwoordelijkheid rust;
- y.
continentaal plat: het onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, waarop het Koninkrijk mede overeenkomstig het op 10 december 1982 te Montego-Bay gesloten Verdrag inzake het recht van de zee Trb. 1983, 83) soevereine rechten heeft en welke is gelegen aan de zeezijde van de in artikel 1, eerste lid, van de Wet grenzen Nederlandse territoriale zee bedoelde lijn;
- z.
interconnector: transmissieleiding die de grens tussen Nederland en een ander land overschrijdt met de bedoeling het gastransportnet met het gastransportnet van dat andere land te koppelen;
- aa.
vervallen;
- ab.
meetinrichting: het gehele samenstel van apparatuur dat ten minste tot doel heeft het uitgewisselde gas te meten;
- ac.
meetbedrijf: een organisatorische eenheid die zich bezighoudt met het collecteren, valideren en vaststellen van meetgegevens betreffende gas;
- ad.
verordening 715/2009: verordening nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (Pb EU 2009, L 211);.
- ae.
verordening 2019/942: verordening 2019/942 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (Pb EU 2019, L 158);
- af.
Acer: agentschap als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van verordening 2019/942;
- ag.
producent: een organisatorische eenheid die zich bezig houdt met het produceren van gas;
- ah.
leverancier: een organisatorische eenheid die zich bezig houdt met het leveren van gas;
- ai.
handelaar: een organisatorische eenheid die zich bezighoudt met het sluiten van overeenkomsten betreffende de koop en verkoop van gas;
- aj.
producent van elektriciteit: een producent als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de Elektriciteitswet 1998;
- ak.
leverancier van elektriciteit: een leverancier als bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de Elektriciteitswet 1998;
- al.
handelaar in elektriciteit: een handelaar als bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de Elektriciteitswet 1998;
- am.
gesloten distributiesysteem: een net waarvoor op grond van artikel 2a ontheffing is verleend;
- an.
directe lijn: een of meer leidingen voor het transport van gas, behoudens voor zover die gelegen is binnen een installatie, die:
- 1°
niet is verbonden met een gastransportnet of een andere leiding voor het transport van gas en die een geïsoleerde productie-installatie van een producent rechtstreeks verbindt met een geïsoleerde verbruiker van gas, niet zijnde de producent, of
- 2°
ten hoogste via de installatie van één aangeslotene op de leiding is verbonden met een gastransportnet of een andere leiding voor het transport van gas en die een productie-installatie van een producent met tussenkomst van een leverancier rechtstreeks verbindt met één of meer verbruikers van gas, niet zijnde de producent of in hoofdzaak huishoudelijke verbruikers, teneinde te voorzien in de gasbehoefte van deze verbruikers;
- ao.
hernieuwbare energiebronnen: hernieuwbare niet-fossiele bronnen waarmee hernieuwbare energie als bedoeld in artikel 2, eerste onderdeel, van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PbEU 2018, L 328) kan worden opgewekt;
- ap.
verordening 1227/2011: verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PbEU 2011, L 326), alsmede de door de Europese Commissie vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen op grond van verordening 1227/2011;
- aq.
marktdeelnemer: een marktdeelnemer als bedoeld in artikel 2, zevende lid, van verordening 1227/2011;
- ar.
Autoriteit Financiële Markten: de Autoriteit Financiële Markten, genoemd in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;
- as.
gas uit hernieuwbare energiebronnen: een stof die is opgewekt in een productie-installatie die uitsluitend gebruik maakt van hernieuwbare energiebronnen of is opgewekt met hernieuwbare energiebronnen in een hybride productie-installatie die ook gebruik maakt van fossiele energiebronnen;
- at.
garantie van oorsprong voor gas uit hernieuwbare energiebronnen: gegevens op een rekening die betrekking hebben gas uit hernieuwbare energiebronnen en waarmee wordt aangetoond dat een producent met zijn installatie een hoeveelheid gas uit hernieuwbare energiebronnen heeft opgewekt;
- au.
productiemeetgegevens: de gegevens betreffende de hoeveelheid gas uit hernieuwbare energiebronnen die door een producent wordt ingevoed op een gastransportnet;.
- av.
bindende gedragslijn: een zelfstandige last die niet wegens een overtreding wordt opgelegd;
- aw.
zelfstandige last: de enkele last tot het verrichten van bepaalde handelingen, bedoeld in artikel 5:2, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, ter bevordering van de naleving van wettelijke voorschriften;
- bb.
verordening 2017/1938: verordening nr. 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2017 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid en houdende intrekking van Verordening nr. 994/2010 (Pb EU 2017, L 280/30);
- bc.
gasjaar: periode vanaf 1 oktober in enig jaar tot en met 30 september van het daaropvolgende kalenderjaar;
- bd.
interconnectiepunt: een punt als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van Verordening 2017/459 van de Europese Commissie van 16 maart 2017 tot vaststelling van een netcode betreffende capaciteitstoewijzingsmechanismen in gastransmissiesystemen en tot intrekking van verordening 984/2013;
- be.
connectiepunt: een fysiek punt dat aangrenzende landelijke gastransportnetten met elkaar verbindt of een landelijk gastransportnet verbindt met een interconnector of een gasproductienet verbindt met een landelijk gastransportnet;
- bf.
eerste interconnectiepunt: het interconnectiepunt dat een interconnector met een derde land verbindt met een landelijk gastransportnet;
- bg.
eerste connectiepunt: het connectiepunt dat een interconnector met een derde land of een gasproductienet dat begint in een derde land verbindt met een landelijk gastransportnet;
- bh:
omschakelen: het voorzien van een afnemer van een aansluiting, met een doorlaatwaarde van groter dan 40m3(n) per uur, waarmee hoogcalorisch gas kan worden onttrokken aan het gastransportnet met een voor die aansluiting geschikte druk en voldoende capaciteit, welke in de plaats treedt van de aansluiting waarmee laagcalorisch gas aan het gastransportnet wordt onttrokken.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kan deze wet geheel of gedeeltelijk van toepassing worden verklaard op andere gasvormige stoffen dan de stof, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.
3.
Deze wet en de daarop berustende bepalingen zijn mede van toepassing op gasopslaginstallaties, LNG-installaties, interconnectoren met andere lidstaten, voor zover deze zijn gelegen binnen de Nederlandse exclusieve economische zone of op het continentaal plat, en op interconnectoren met derde landen vanaf het eerste connectiepunt tot en met de territoriale zee.
4.
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden meerdere onroerende zaken als bedoeld in artikel 16, onderdeel c, van de Wet waardering onroerende zaken die zich bevinden in een bouwwerk met:
- a.
een woonfunctie bestemd voor bewoners die zijn ingeschreven aan een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of aan een universiteit of hogeschool als bedoeld in artikel 1.2, onderdelen a en b, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of die zich voorbereiden op een promotie als bedoeld in artikel 7.18 van laatstgenoemde wet,
- b.
een woonoppervlak van maximaal 50 vierkante meter per wooneenheid en
- c.
gemeenschappelijke ruimtes die een meeromvattende functie hebben dan de reguliere functie van gemeenschappelijke ruimten in een appartementencomplex, beschouwd als één onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken indien de eigenaar hierom verzoekt bij de netbeheerder. Een verzoek kan slechts worden ingetrokken ingeval van ingrijpende renovatie van het bouwwerk.