NJF 2006, 575
Hof 's-Hertogenbosch, 21-09-2006, nr. 06/724
Hof 's-Hertogenbosch 21-09-2006, ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ0587
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
21 september 2006
- Magistraten
Mrs. Den Hartog Jager, Venhuizen, Van der Velden
- Zaaknummer
06/724
- LJN
AZ0587
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ0587, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 21‑09‑2006
- Wetingang
Rv art. 188 lid 2; EEX-Verordening, art. 5 lid 3, art. 6, art. 22 lid 2, art. 23, art. 31, art. 63; EG-Betekeningsverordening art. 14 en 23
Essentie
EEX-Verordening. Rechtsmacht Nederlandse rechter inzake verzoek tot voorlopig getuigenverhoor in verband met zakelijk geschil met Luxemburgse verweerders. EG-Betekeningsverordening.
Samenvatting
Een Nederlandse vennootschap verzoekt de rechtbank om het houden van een voorlopig getuigenverhoor, waarbij Luxemburgse verweerders zijn betrokken; zij verschijnen overigens niet. Het verzoek wordt toegewezen en daarvan gaan de Luxemburgse verweerders in appèl. Allereerst moet het hof oordelen over de ontvankelijkheid in hoger beroep nu op grond van art. 188 lid 2 Rv hoger beroep niet mogelijk is. Op grond van vaste HR-jurisprudentie wordt het hoger beroep hier wél ontvankelijk verklaard (rov. 4.2). Vervolgens worden door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.